Autonome, zelfsturende RGW-processen als levende en zich ontwikkelende systemen.

RGW : resultaat gericht werken.

Resultaat is het produkt van een proces.
Gericht betekent: ingestelde procescondities, parameters, die het bereiken van een geformuleerd doel bevorderen.
Werken is een proces dat actief is en zowel bewust als onbewust voortdurend door mensen autonoom aangestuurd wordt.

Een zelfsturend Resultaat Gericht Werkend proces instellen komt neer op het instellen, uitvoeren en verzorgen van een doorlopend, repeterend en zelfregulerend proces dat leidt tot een positief resultaat.

Een doorlopend, repeterend en zelfregulerend proces is een proces dat, eenmaal ingeschakeld, zichzelf - onder wisselende omstandigheden met passende variaties- voortdurend herhaalt. Kortom, dat "leeft".

Een resultaat is pas positief als het naast een te leveren produkt, ook de noodzakelijke energie en gunstige condities levert voor de instandhouding van het proces.

Kortom: Een zelfsturend (autonoom) RGW proces kan overleven, groeien en bloeien.

Resultaat gericht werken (RGW) is een natuurlijke werkwijze. De natuur schept haar resultaten zo efficiënt en elegant dat wij een natuurlijk vormgevingsproces achteraf gemakkelijk interpreteren als daarvoor resultaatgericht ontworpen, als design. Maar dan houden we onszelf voor de gek, want dat komt omdat we dan van het resultaat uitgaan en terugredeneren over het vormgevingsproces alsof het vanzelfsprekend is dat een natuurlijk resultaat op die wijze logisch, elegant en efficiënt tot stand komt. In werkelijkheid verloopt het allemaal niet zo gladjes. Onderweg elimineert de natuur gewoon de ongewenste resultaten en de meeste overbodige zijsporen. Zo ook werkt RGW. Dat heeft soms wat verwarrende consequenties voor de aansturing van RGW-processen in een traditionele organisatie.

De basis voor gezond leven, overleven, groeien en bloeien is - in het voetspoor van Darwin - fitness.

Organisatorische fitness van een zelfsturend proces betekent: vitaliteit d.w.z. al producerend en zich zelf reproducerend, instandhouden d.m.v. o.a. alertheid, flexibiliteit, aanpassingsvermogen..

Organisatorische fitness heeft als primaire component: algemene gezondheid van het dragende systeem d.i. de organisatie. Daarnaast zijn er specifieke secundaire componenten, d.w.z. vaardigheden, kwaliteiten, competenties, die een optimale afstemming op de actuele omstandigheden en vereisten van de organisatie en de omgeving bewerkstelligen.

Het instellen, reguleren, bijstellen, herstellen en verzorgen van een levend RGW proces in een organisatie vergt aandacht voor organisatorische fitness. Daarvoor zijn maatstaven aanwezig.

Maatstaven voor de algemene fitness van een organisatie zijn de technische, commerciële, financiële en maatschappelijke posities van de organisatie.

Maatstaven voor de kwaliteit van het resultaat en de richting van het RGW proces worden ingesteld en bijgestuurd door concrete afspraken over te leveren prestaties, produkten, te bereiken doelen en termijnen en vervolgens gemeten door systmatische controle.

In de regel worden de belangrijkste activiteiten in een RGW-proces verricht door een team van mensen. Ook voor een team kunnen maatstaven aangelegd worden voor de algemene fitness en voor het succes bij het in samenwerking bereiken van gewenste doelen. Het oordeel over gehouden groepstrainingen en de mate waarin een gewenst resultaat met de gewenste kwaliteit in werkelijkheid wordt bereikt geven hier de maatstaven voor de fitness van het team. RGW geeft ook enige indicaties ter overweging voor de samenstelling en de aansturing van een RGW team.

Maatstaven voor primaire fitness van de individuele deelnemers worden geleverd door zeven meetsytemen, testbatterijen, die de aanwezigheid van de potentie voor het voor de organisatie relevante gedrag, in verschillende, elkaar zo weinig mogelijk overlappende blikrichtingen kunnen meten. Daarvoor geschikt zijn de testbatterijen van de Big Five samen met die voor IQ en EQ. Dit komt er op neer dat scores kunnen worden genoteerd op zeven vectoren die van één centraal punt uitgaan. Het oppervlak dat gevormd wordt door het met elkaar verbinden van deze scores geeft dan een grove indicatie voor de primaire fitness.

Inzicht in de mate van persoonlijke primaire fitness van de individuele deelnemers is voor een RGW proces belangrijk, maar niet genoeg.

Om individuele deelnemers aan een RGW-proces effectief te kunnen inzetten, bijscholen en ontwikkelen is inzicht nodig in de aanwezigheid van persoonlijke vaardigheden, kwaliteiten en competenties.

De definities van de RGW- gedragscompetenties, samen met de operationalisaties daarvoor, mits gebruikt bij heldere communicatie in een praktische werkomgeving, leveren hiervoor maatstaven.

Tot slot: Denk vooral niet dat nu alles in een organisatie op een fraaie manier, lang vooraf, planbaar, maakbaar is met Resultaat Gericht Werken. Een grote verzameling zelfsturende autonome RGW processen werkt, in vergelijking met een centraal gestuurde organisatie, in wezen chaotisch. Maar het werkt wel. Het is nu eenmaal beperkt voorspelbaar wat er in een evolutieproces en dus ook bij de groei en ontwikkeling van een zelfsturend proces kan gebeuren. Er zijn altijd onvoorziene calamiteiten en kansen. RGW biedt vooral een taal en een manier van denken en geeft wat hulpmiddelen om over het met elkaar overleven te communiceren en om telkens opnieuw te kiezen praktische, zinvolle en duurzame doelen te bereiken.


Praktijkinformatie over Resultaat Gericht Werken is te vinden op de Li Po websites:




Bij vragen of commentaar, zend s.v.p. een email naar: Li Po


laatst bijgewerkt: 4-7-2010