Een natuurlijke vorm voor zelfsturend organiseren : het beezonmodel

 

Beezon is de benaming voor een betrekkelijk zelfstandig ordenend netwerk. Elders op de Li Po websites wordt in een afzonderlijk artikel: het Beezon concept uitgelegd waarom dit de benaming van deze organisatievorm is, op welke wijze dit concept in moderne  resultaat gerichte organisaties efficiënt kan werken en op welke principes de werkwijze berust.

 

Een beezon is bijvoorbeeld gewoon een stof, een ding, een aantal met elkaar verbonden dingen, een machine, een mens, een los verbonden groep mensen van wisselende samenstelling, bepaalde cultuurelementen of zelfs een complete cultuur, die zonder verdere aansturing van buitenaf er op gericht is een product te leveren waaraan bij anderen behoefte bestaat. Een beezon bestaat nooit geheel alleen en op zichzelf. Er zijn altijd andere dingen, beezons of potentiële beezons in de buurt waarmee verbindingen bestaan of kunnen worden aangegaan. Als er sprake is van een met elkaar verbonden groep van verschillende elementen, dan komt de binding van de groep voort uit het gezamenlijke doel, het voor dat moment te bereiken resultaat. Niet alleen een min of meer zelfsturend onderdeel van een organisatie, maar ook een taal is een voorbeeld van een beezon. Het product, het doel en het resultaat van de Nederlandse taal is communicatie in het Nederlands. Nederlandse woorden zijn de elementen van de beezon “Nederlandse taal”.

 

De beezon is feitelijk de eenvoudigste vorm van organisatie die in de natuur voorkomt.

 

Waar het in dit korte artikel om gaat is dat duidelijk gemaakt kan worden dat resultaatgericht werken en zelfsturing – respectievelijk geen sturing van buitenaf – op een natuurlijke wijze bij elkaar horen. De hele wereld om ons heen, wij, ons brein, onze organisaties, onze cultuur, kortom alles wat we zien en waarvan we weten, is in de loop van miljoenen jaren op basis van deze uitermate succesvolle combinatie van doelzoeken en zelfsturing (althans zonder sturing van buitenaf) ontstaan.

 

We weten niet precies hoe de kosmos in eerste instantie is ontstaan en waardoor het eerste leven zich op onze aarde heeft kunnen vestigen. Maar van af het moment dat het eerste leven is ontstaan zie je dat verschillende dingen, macromoleculen, prokaryoten, eukaryoten, eencelligen, etc, - volkomen onbewust - vormen van samenwerking en samenleven aangaan waarvan de deelnemers profiteren en van waaruit in de loop van tijd nieuwe permanente complexere systemen met nieuwe verrassende eigenschappen ontstaan. Waarna het proces zich op hoger niveau herhaalt. (Op de Li Po websites staat hierover ook een artikel, namelijk: Zelfsturende, resultaatgerichte, lerende organisaties: emergente eigenschappen en emergent gedrag.

 

De samenwerking en de daardoor toenemende complexiteit in de omgeving ontstaat altijd op basis van profijt. De samenwerkende eenheden profiteren op de een of andere manier van de samenwerking. Er zijn verschillende aanleidingen mogelijk om tot samenwerking tussen beezons te komen. Bijvoorbeeld; de potentiële partner beschikt over zaken of eigenschappen die voor de aansluiting zoekende partner zeer aantrekkelijk zijn. Een andere mogelijkheid is symbiose, dat wil zeggen: beter functioneren en dus beter overleven, volgens het principe “samen zijn we sterk”, althans beter opgewassen tegen de concurrentie.

 

Met dit laatste woord komen we meteen terecht bij de ingebouwde ontwikkelings- en overlevingsmogelijkheden van het Beezon organisatiemodel.

 

Om zich verder te kunnen ontwikkelen en langere tijd te overleven moet een beezon als organisatiesysteem in een actieve omgeving aan drie randvoorwaarden voldoen:

 

  1. Reproductie.  Het systeem moet zijn eigen eenheid op eenvoudige wijze kunnen herstellen en van zichzelf evenbeelden kunnen scheppen voor gelijke of andere, soortgelijke doelstellingen. Sommige beezons kunnen daarvoor zelfs verschillende informatiedragers benutten. Nemen we als voorbeeld weer de beezon Nederlandse taal, dan zien we herstel, bijstelling en reproductie optreden in de recente bijstellingen en herstellingen van de spelling van Nederlandse woorden en in de verplichte studie van de Nederlandse taal voor allochtonen die zich in onze cultuur blijvend willen vestigen.
  2. Mutatieruimte. De structuur moet speling bieden voor verschillende invullingen met diverse verschillende elementen, waarbij ook fouten kunnen optreden.Bijvoorbeeld Zuid-Afrikaans, Vlaams en de aanwezigheid van allerlei locale dialecten illustreren en bewerkstelligen de huidige vitaliteit van de Nederlandse taal.
  3. Concurrentie in de omgeving.  Verschil in kwaliteit, in “fitness” tussen de verschillende beezons moet tot uitdrukking kunnen komen in de overlevingsduur van de beezons en in de toeneming van de aantallen geproduceerde (vervolg)(sub)beezons. Onze Nederlandse taal moet nu duidelijk concurreren met wereldtalen als Engels, Duits, Frans en Spaans. Straks misschien ook met Arabisch en Chinees. Het is helemaal niet zeker dat onze taal de volgende eeuw zal overleven

 

Het geeft misschien even een schok om te bedenken dat zelfsturende groepen in organisaties ook beezons zijn en aan dezelfde spelregels en de mogelijkheden daarvan zijn gebonden.

 

Deze ideeën zijn bepaald niet nieuw. Om eerlijk te zijn: deze spelregels zijn gebaseerd op de principes die Darwin in de 19e eeuw stelde als voorwaarden voor de mogelijkheid van evolutieprocessen in de natuur.

 


Home Download deze file naar uw tekstverwerker Vragen of tips over deze teksten kunt u zenden naar: Wim van Osch

Copyright Li Po 2007. Deze tekst kan vrij worden overgenomen en aangepast voor eigen gebruik, mits bronvermelding. Laatst gewijzigd 15 augustus 2007, WvO.