Functie: Coördinerend Hoofdlaborant

Organisatie: Werkt onder leiding van: Hoofd Afdeling Radiotherapie

Functiefamilies: Paramedici

Indicaties voor de functiefamilie : Leiding en Bestraling

Resultaatgebieden:

Leiding en Organisatie.

Betreft het operationeel leidinggeven, het vormgeven aan het arbeidsklimaat en de werkorganisatie van de sectie radiotherapeutisch laboranten .

Prestatie-indicatoren:

De zelfstandigheid, de deskundigheid, de bekwaamheid en de arbeidssatisfactie van laboranten en stagiaires worden voortdurend vergroot.
Het verloop en het ziekteverzuim zijn laag.
Goede vakinhoudelijke en deskundigheid van de laboranten.
De stijl van leidinggeven motiveert de laboranten.
Bewaken van de voortgang, de kwaliteit en de resultaten van de dienstverlening.
Opmerkingen en veranderingen worden gezien als uitdagingen.
De organisatie wordt gestuurd door behoeften van patiënt.
Coördinerend hoofd en laboranten zijn gespitst op verbeteringen, aanpassingen en vernieuwingen. Korte lijnen naar de werkvloer, er komen goede signalen van beneden naar boven.
Er is een goede sfeer, teamgeest en men kan onderlinge conflicten gemakkelijk aan.
Veel aandacht voor scholing en ontwikkeling laboranten.

Kwaliteit en Control


Betreft het adviseren en ondersteunen van management op het gebied van de kwaliteit van de dienstverlening en het bewaken en waarborgen van de kwaliteit van de geleverde dienstverlening. Het opzetten van een financiële beheersstructuur, het informeren en adviseren van het management daarover, het verzorgen de rapportage=s aan de Raad van Bestuur en het management van de dienst en het adviseren over de automatisering en informatisering.

Prestatie-indicatoren:

Deskundige ondersteuning van management bij opzetten en concipiëren van het bedrijfsplan
Schept de noodzakelijke voorwaarden voor de uitvoering van het vastgestelde bedrijfsplan
Heeft als lid van het managementteam een actieve en positieve bijdrage.
Geeft voldoende tegenwicht bij niet reeele wensen van het management
De consequenties van het bedrijfsplan zijn op een reeele wijze in de begroting opgenomen
Geeft aan wat financieel wel en niet haalbaar is en komt met alternatieven
Draagt ideeën en alternatieven aan ter verbetering van de kwaliteit van dienstverlening.
Levert een bijdrage aan het opzetten en implementeren van kwaliteitssystemen.
Ziet toe op de naleving van de gemaakte afspraken over kwaliteit dienstverlening en financiën.
De informatievoorziening is volledig, tijdig en actueel.
Rapporteert tijdig aan het management bij afwijking van gemaakte afspraken
Verleent ondersteuning indien gemaakte afspraken niet worden gehaald en/of nagekomen.
Trends en ontwikkelingen in afspraken worden tijdig gesignaleerd en gerapporteerd.
De administraties zijn betrouwbaar, actueel en volledig conform de procedures en regelgeving.
De rapportages aan Raad van Bestuur en management zijn duidelijk, volledig en betrouwbaar.
Heeft een goed intern en extern netwerk.
Goede vakinhoudelijke kennis en vaardigheden manager K&C en medewerkers.
Kennis van relevante ontwikkelingen op het vakgebied.
Oordeel management over het functioneren manager K&C

 

Denkbare kritieke situaties:

- Goede samenwerking met de verschillende disciplines binnen de afdeling.
- Coördinerend hoofdlaborant geeft een slecht voorbeeld naar zijn medewerkers.
- Behartigt op adequate wijze de belangen van de laboranten in het Dagelijkse bestuur.
- Coördinerend hoofdlaborant communiceert alleen met laboranten.
- Coördinerend hoofdlaborant laat het belang van de laboranten prevaleren boven het afdelingsbelang.
- Is niet in staat beleidsveranderingen zonder conflicten en verloop door te voeren.
- De belangen van patiënt prevaleren boven de individuele belangen van de laboranten .
- Wijziging in afdelingsbeleid worden niet naar de laboranten gecommuniceerd.
- Geen helder beleid waardoor fricties in de organisatie optreden.

 

Gedragscriteria:

Groepsgericht leiderschap

Prestatie-indicatoren:

Signaleert succes van het team.
Motiveert en inspireert de medewerkers.
Toont erkenning en waardering voor prestaties van het team. Komt op voor de behoeften van team .
Bewaakt de effectiviteit van het team.
Maakt duidelijk wat van de teamleden verwacht wordt. Zorgt voor duidelijkheid van doel en rol.
Benoemt de punten waar men het wel en niet over eens is.
Betrekt teamleden bij het oplossen van knelpunten.
Laat groepsleden met elkaar problemen oplossen.
Organiseert activiteiten om het groepsfunctioneren te verbeteren. Neemt de leiding.
Houdt de groep in het spoor, bewaakt de voortgang.
Lost interne conflicten op.


Overtuigingskracht


Prestatie-indicatoren:


Legt helder uit waarom iets is gedaan of gedaan moet worden.
Uit zich enthousiast over een zaak.
Brengt hetzelfde idee op verschillende manieren naar voren.
Toetst of een boodschap is overgekomen
Krijgt het gehoor tot een positieve reactie op een moeilijk voorstel.
Streeft naar win-win oplossingen.
Komt met de goede argumenten op het goede moment.
Noemt duidelijke voordelen van eigen standpunt en nadelen van andere standpunten.
Geeft aan waarvan alle partijen gezamenlijk voordeel zouden kunnen hebben.
Laat merken dat de essentie van tegenwerpingen wordt opgepakt.
Richt zich in vergaderingen tot de juiste personen om het besluitvormingsproces te sturen.
Kan het eigen overtuigend gedrag en de reacties daarop van anderen overzien en zich o.a. op tijd inhouden.

Plannen en organiseren

Prestatie-indicatoren:

Scheidt hoofdzaken van bijzaken.
Stelt prioriteiten en werkt volgens plan.
Zorgt er voor dat zaken ordelijk en efficiënt kunnen worden afgewerkt.
Treft in een verwarde situatie maatregelen om orde op zaken te stellen.
Formuleert concrete en meetbare resultaten die bereikt moeten worden.
Schakelt anderen in naar rato van bekwaamheid en interesse.
Houdt rekening met neveneffecten en met ontwikkelingen op de langere termijn.
Stelt de plannen bij als er onderweg hindernissen optreden.
Stelt een realistisch actieplan op, benoemt de benodigde middelen, tijdpad, mensen, etc.

Probleemanalyse

Prestatie-indicatoren:

Ziet in een vroeg stadium dat er problemen aan gaan komen en signaleert die.
Komt, als een probleem zichtbaar wordt, in actie door te zorgen voor informatie en/of een plan voor te ondernemen stappen.
Benut actief de voor het functioneren noodzakelijke informatiebronnen.
Legt verbanden tussen verschillende informaties uit allerlei bronnen over relevante situaties en problemen.
Ziet dat informatie ontbreekt, gaat op zoek naar aanvullende informatie.
Maakt onderscheid tussen informatie over de feiten en meningen of interpretaties.
Analyseert processen waardoor problemen ontstaan.
Maakt duidelijk en toepasselijk onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken.
Bepaalt eerst de hoofdlijnen, detailleert later.
Benoemt de oorzaken van problemen die zich voordoen.
Maakt verschil tussen symptomen en oorzaken duidelijk.
Integreert nieuw verworven inzichten met bestaande kennis en informatie.

Organisatiesensitiviteit

Prestatie-indicatoren:

Reageert op onuitgesproken behoefte van een klant, collega of van een andere dienst.
Begrijpt waarom een actie of een mededeling door anderen niet begrepen wordt en past zich aan. Begrijpt en gebruikt de informele kanalen van de organisatie.
Bekijkt het probleem vanuit het standpunt van de andere functie.
Houdt bij beslissingen rekening met neveneffecten voor collega's of voor andere delen organisatie.
Neemt geen beslissingen zonder vooraf het effect daarvan op andere delen van de organisatie te hebben ingeschat.
Waarschuwt voor consequenties buiten het eigen functiegebied.
Is op de hoogte van gebeurtenissen in andere delen van de organisatie en houdt daar rekening mee.
Zorgt voor goede communicatie over ontwikkelingen en beslissingen naar alle belanghebbenden, ook buiten de eigen dienst.
Begrijpt de werking van organisatie, ook wanneer die medewerkers schijnt te hinderen bij hun werk.
Probeert dat soort hindernissen weg te nemen

Samenwerken

Prestatie-indicatoren:

Doet concessies als het er om gaat tot een gezamenlijk resultaat te komen
Helpt anderen hun eigen doelen te bereiken
Stelt gezamenlijk belang boven eigen belang
Steunt voorstellen van anderen, bouwt daarop voort in de richting van een gemeenschappelijk doel
Zet zich in voor het bereiken van win/win opties
Uit zich positief over prestaties van een collega
Helpt collega's, biedt hulp aan
Doet iets waardoor de spanningen in een groep vermindert
Vraagt hulp bij conflicten en problemen


Flexibel gedrag

Prestatie-indicatoren:

Overweegt de kansen en mogelijkheden van een nieuwe situatie.
Brengt waardering op voor een onverwacht nieuw gezichtspunt.
Stapt af van een vooraf gemaakt plan, om een beoogd effect beter of eerder te bereiken.
Kiest gemakkelijk verschillende werkwijzen om eenzelfde doel te bereiken.
Wisselt tijdens het gesprek van informeren naar vragen, van inhoud naar procedure, etc.
Verandert onder tijdsdruk op praktische wijze van aanpak.
Verandert op het juiste moment van gedrag bij weerstand.
Past stijl van leidinggeven en informeren aan, afhankelijk van situatie en persoon.
Houdt duidelijk rekening met positie en karakter van gesprekspartners.
Profiteert van een toevallige verandering in de omstandigheden.

Initiatief


Prestatie-indicatoren:


Handelt overwegend proactief.
Start uit zichzelf nieuwe activiteiten.
Grijpt een kans aan.
Is actief in woord en gedrag.
Komt in vergaderingen en bij discussies als eerste met voorstellen, oplossingen.
Doet iets handigs om de voortgang van een proces weer op gang te brengen of te versnellen.
Komt uit eigen beweging met een nieuw plan of een nieuwe oplossing.

Inzet


Prestatie-indicatoren:

Toont enthousiasme en bereidheid.
Presteert over de hele lijn beter dan gemiddeld.
Zoekt verantwoordelijkheid en uitdaging.
Ziet problemen en moeilijkheden als kansen voor goede acties.
Stelt verbetering voor.
Doet actief mee in het team
Doet iets om lacunes in kennis etc. aan te vullen.
Werkt hard om een hoog prestatieniveau te bereiken.
Stimuleert anderen tot prestaties door voorbeeldgedrag.
Is een harde werker.
Stopt niet met het afhandelen van een urgente zaak omdat het toevallig pauze of einde werktijd is.

Klantgerichtheid


Prestatie-indicatoren:

Heeft oog voor de hulp en de diensten die mensen van elkaar zouden willen te ontvangen en is bereid die te geven
Geeft een helder beeld van wederzijdse verwachtingen.
Geeft duidelijk aan wat de volgende stap van de dienstverlening inhoudt.
Toont begrip voor de wensen en belangen van een klant.
Vraagt door, overtuigt zich van de bedoeling van een vraag.
Levert maatwerk voor de klant, met diens belang als uitgangspunt.
Maakt duidelijke afspraken en zorgt voor follow-up.
Aanvaardt verantwoordelijkheid voor geleverde diensten en met name voor gemaakte fouten.
Vraagt of aan verwachtingen, wensen of behoeften is voldaan, opent mogelijkheid tot correctie
Geeft aan dat men later op deze dienstverlening terug mag komen.
Reageert op klacht met prompt herstel, zonder defensief gedrag.

 

Overige competenties:

Bedrijfskundige HBO-opleiding.
Ervaring in leidinggeven.
Kennis en ervaring met automatisering, informatisering en financiën.

 

Loopbaanmogelijkheden:

Instroomfuncties:
Leidinggevende functies Planning en Control DIA.

Horizontale mobiliteit:
Beheerder
Clusterbeheerder

Verticale mobiliteit:
Hoofd Stafbureau Facilitaire Dienst
Leidinggevende functies Planning en Control DIA.