Chef interne beveiliging en bewaking

Resultaatgebieden

Veiligheid, bewaking en toegangsbeheer
Dit betreft het vormgeven, beheren en borgen van veiligheid, beveiliging, bewaking en toegangsbeheer; het afstemmen met derden over uit te voeren werkzaamheden en het geven van vaktechnisch advies.

Prestatie-indicatoren:

  • Veiligheid, beveiliging, bewaking en toegangsbeheer  beschikbaar, betrouwbaar en  dit van goede kwaliteit.
  • Is op de hoogte van de actuele stand van zaken betreffende veiligheid, beveiliging, bewaking en toegangsbeheer.
  • Er is afstemming met alle belanghebbenden over de uit te voeren werkzaamheden, men wordt tijdig en volledig geïnformeerd
  • Signaleert risico’s, laat eventueel onmiddellijk ingrijpen, grijpt zonodig zelf in
  • Regelt, controleert en verzorgt rapportage over voorgekomen incidenten.
  • Klachten over acties, medewerkers en team zijn merendeels ongegrond of overdreven, het aantal gegrond verklaarde klachten blijft beneden een  overeengekomen zeer laag niveau.
  • Volgt de ontwikkelingen op het vakgebied, komt van daar uit tot voorstellen en werkt mee aan vernieuwingen.
  • Toetst en evalueert periodiek of de specificaties van veiligheid, beveiliging, bewaking en toegangsbeheer nog voldoen aan de wet- en regelgeving, oorspronkelijke uitgangspunten en de eisen van gebruikers Blijft binnen vastgestelde budgetten en kaders, signaleert vroegtijdig overschrijdingen en neemt indien nodig maatregelen.

    Leiding
    Dit betreft het leidinggeven aan het team  het coachen en stimuleren van de medewerkers het voeren van werkoverleg en het samenwerken met andere teams; het voorbereiden en laten uitvoeren van beveiliging, bewaking en toegangsbeheer, algemene werkzaamhedenen projecten; het inrichten van de werkorganisatie, het beheren van de inzet van personeel; het vervangen van een collega.

    Prestatie-indicatoren:

  • Evenwichtige werkverdeling en een goede werksfeer.
  • De juiste prioriteiten en de tijdige oplevering van het werk.
  • Geeft duidelijk aan welke inbreng van iedere medewerker wordt verwacht.
  • De werkzaamheden geschieden conform  de daarvoor gestelde eisen aan kwaliteit en kwantiteit.
  • Zicht op de actuele voortgang, de kwaliteit en de resultaten van de dienstverlening.
  • De stijl van leidinggeven motiveert de medewerkers.
  • Er is een goede sfeer, teamgeest en men kan onderlinge conflicten gemakkelijk aan.

    Projecttaken
    Dit betreft het vooorstllen, uitvoeren en aansturen van projecten, waaronder de aansturing van in- en/of uitbestede projecten. Prestatie-indicatoren:

  • Dient  relevante projectvoorstellen  in, waarin opgenomen doel, tijd, kosten en overige middelen
  • Beoordeelt offertes
  • Controleert regelmatig of volgens het projectplan wordt gewerkt.
  • Rapporteert peridoiek over de projectvoortgang.
  • De projecten verlopen volgens planning, het aantal gegrond verklaarde klachten is beneden het gestelde maximum niveau.
  • De in het projectplan beoogde resultaten worden gehaald.
  • De inzet van personeel, materiaal en geld  blijft binnen het gestelde budget.
  • Accordeert facturen voor levering van dn diensten en materialen

    Denkbare kritieke Situaties

  • Geeft een slecht voorbeeld van dienstverlening aan eigen medewerkers.
  • Is niet in staat verbeteringen door te voeren in de dienstverlening  aan de klanten.
  • Neemt geen initiatief tot verbetering als er niet volgens bedrijfsnormen en overheidsvoorschriften wordt gewerkt.
  • Informeert nadat een klacht is verholpen niet of de klant tevreden is.
  • Onderneemt  niet  tijdig)actie bij het in gevaar komen van veiligheid, beveiliging, bewaking en   toegangsbeheer.
  • Is bij een calamiteit niet beschikbaar of  bereikbaar.
  • Geeft geen voorrang aan de meest kwetsbare afdelingen bij een calamiteit.
  • Stelt niet iedereen op de hoogte bij het uitvoeren van cruciale werkzaamheden.

    Gedragscriteria

    Groepsgericht leiderschap
    Richting en sturing geven aan team, werk- of projectgroep, samenwerkingsverbanden tot stand brengen en handhaven

    Operationalisaties:

  • Motiveert en inspireert de medewerkers
  • Toont erkenning en waardering voor prestaties van het team. Komt op voor de behoeften van het team
  • Bewaakt de effectiviteit van het team      
  • Maakt duidelijk wat van de teamleden verwacht wordt
  • Betrekt teamleden bij het oplossen van knelpunten
  • Laat groepsleden met elkaar problemen oplossen          
  • Lost interne conflicten op

    Overtuigingskracht

  • Gedrag dat er op gericht is om anderen te overtuigen en instemming te krijgen met plannen, ideeën of producten.

    Operationalisaties:

  • Legt helder uit waarom iets gedaan is of moet worden
  • Uit zich enthousiast over de werkzaaamheden
  • Brengt hetzelfde idee op verschillende manieren naar voren
  • Toetst of een boodschap is overgekomen
  • Krijgt het gehoor tot een positieve reactie op een moeilijk voorstel
  • Streeft naar win-win oplossing
  • Komt met goede argumenten op het goede moment
  • Gaat verstandig om met argumenten, let op reacties, brengt niet teveel argumenten
  • Noemt duidelijke voordelen van eigen standpunt en nadelen van andere standpunten
  • Geeft aan waarvan alle partijengezamenlijk voordeel zouden kunnen hebben
  • Laat merken dat de essentie van tegenwerpingen wordt opgepakt
  • Richt zich in vergaderingen en besprekingen tot de juiste personen om het besluitvormingsproces te sturen
  • Kan het eigen overtuigend gedrag en de reacties daarop van anderen overzien en zich onder andere op tijd inhouden

  • Plannen en organiseren
    Op effectieve wijze doelen en prioriteiten bepalen en benodigde acties, tijd en middelen aangeven om de bepaalde doelen te kunnen bereiken.

    Operationalisaties: >                                                      

  • Scheidt hoofdzaken van bijzaken
  • Stelt prioriteiten en werkt volgens plan
  • Zorgt er voor dat zaken ordelijk en efficiënt kunnen worden afgewerkt
  • Treft in een verwarde situatie maatregelen om orde op zaken te stellen
  • Formuleert concrete en meetbare resultaten die bereikt moeten worden
  • Schakelt anderen in naar rato van bekwaamheid en interesse
  • Houdt rekening met neveneffecten en met ontwikkelingen op de langere termijn
  • Stelt de plannen bij als er onderweg hindernissen optreden, stemt dit af met anderen als dat van toepassing is
  • Stelt een realistisch actieplan op, benoemt de benodigde middelen, tijdpad, mensen, etc.

    Probleemanalyse
    Signaleren van problemen, herkennen van  belangrijke informatie, verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van mogelijke oorzaken van problemen, zoeken van terzake doende gegevens.

    Operationalisaties:

  • Ziet in een vroeg stadium dat er problemen aan gaan komen en signaleert deze
  • Komt, als een probleem zichtbaar wordt, in actie door te zorgen voor informatie en/of een plan voor te ondernemen stappen
  • Stelt logisch en methodisch vast waar een fout zit en bepaalt evenzo de oorzaak ervan
  • Benut actief de voor het functioneren noodzakelijke informatiebronnen
  • Legt verbanden tussen verschillende informaties uit allerlei bronnen over relevante situaties en problemen
  • Onderzoekt het probleem, verzamelt informatie over achtergronden en oorzaken voordat er tot verdere actie wordt overgegaan
  • Gebruikt verschillende manieren om ingewikkelde problemen aan te pakken en relevante informatie te verkrijgen
  • Maakt verschil tussen symptomen en oorzaken duidelijk
  • Integreert nieuw verworven inzichten met bestaande kennis en informatie

    Besluitvaardigheid
    Beslissingen nemen, hetgeen zich uit in het op het juiste moment ondernemen van acties of het uitspreken van oordelen. 

    Operationalisaties:

  • Geeft duidelijke aanwijzingen en opdrachten
  • Is duidelijk over het eigen verantwoordelijkheidsgebied
  • Verbindt consequenties aan het niet opvolgen van aanwijzingen
  • Geeft een eigen mening
  • Confronteert, geeft aan dat iets niet juist is
  • Erkent eigen fout
  • Beslist relatief snel, maar gegrond
  • Overweegt alternatieven, maar stelt beslissingen niet uit
  • Beslist op een cruciaal moment, terwijl nog enige informatie ontbreekt
  • Verkort de procedure, wijzigt de aanpak als de zaak dit vereist
  • Neemt de tijd voor het verkrijgen van cruciale informatie wanneer een situatie dat vereist
  • Neemt het correcte aantal beslissingen dat de situatie vergt

    Organisatiesensitiviteit
    Onderkennen van invloed en gevolgen van eigen beslissingen of activiteiten op andere  onderdelen van de organisatie. 

    Operationalisaties:

  • Reageert op onuitgesproken behoefte van een klant, collega of van een andere dienst
  • Begrijpt waarom een actie of een mededeling door anderen niet begrepen wordt en past zich aan
  • Houdt bij het werk rekening met verschillen in bedrijfscultuur
  • Schakelt een andere instantie of functie bij voor het oplossen van een probleem
  • Begrijpt en gebruikt de informele kanalen van de organisatie
  • Bekijkt het probleem vanuit het standpunt van de andere functie
  • Houdt bij beslissingen rekening met neveneffecten voor collega's of voor andere delen van de organisatie
  • Neemt geen beslissingen zonder vooraf het effect daarvan op andere delen van de organisatie te hebben ingeschat
  • Waarschuwt voor consequenties buiten het eigen functiegebied
  • Is op de hoogte van gebeurtenissen in andere delen van de organisatie en houdt daar rekening mee
  • Leeft zicht in op de verhouding tussen eigen belangen en de belangen van anderen in de organisatie en houdt daar rekening mee in zijn beslissingen
  • Zorgt voor goede communicatie over ontwikkelingen en beslissingen naar alle belanghebbenden, ook buiten de eigen dienst
  • Begrijpt de werking van organisatie, ook wanneer die medewerkers schijnt te hinderen bij hun werk. Probeert dat soort hindernissen weg te nemen

    Samenwerken
    Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer de samenwerking een onderwerp  betreft dat niet direct van persoonlijk belang is.

    Operationalisaties:

  • Doet concessies als het er om gaat tot een gezamenlijk resultaat te komen
  • Helpt anderen hun eigen doelen te bereiken
  • Stelt gezamenlijk belang boven eigen belang
  • Steunt voorstellen van anderen, bouwt daarop voort in de richting van een gemeenschappelijk doel   
  • Blijft meedenken, levert bijdragen, ook wanneer er geen sprake is van een persoonlijk belang
  • Zet zich in voor het bereiken van win/win opties
  • Uit zich positief over prestaties van een collega
  • Helpt collega's, biedt hulp aan

    Flexibel gedrag
    Zal, indien zich problemen of kansen voordoen de eigen gedragsstijl veranderen om een gesteld doel te bereiken.

    Operationalisaties:

  • Objectiveert, toont afstand te kunnen nemen van emotionele situaties
  • Overweegt kansen en mogelijkheden van een nieuwe situatie
  • Brengt waardering op voor een onverwacht nieuw gezichtspunt
  • Stapt af van een vooraf gemaakt plan om een beoogd effect beter of eerder te bereiken
  • Kiest gemakkelijk verschillende werkwijzen om eenzelfde doel te bereiken
  • Wisselt tijdens het gesprek van informeren naar vragen, van inhoud naar procedure, etc.
  • Verandert onder tijdsdruk op praktische wijze van aanpak
  • Verandert op het juiste moment van gedrag bij weerstand
  • Past stijl van leidinggeven en informeren aan, afhankelijk van situatie en persoon
  • Schakelt naar een ander abstractieniveau, gebruikt een andere toon, als er kans is dat dit beter overkomt bij de gesprekspartners
  • Houdt duidelijk rekening met positie en karakter van gesprekspartners
  • Profiteert van een toevallige verandering in de omstandigheden

    Klantgerichtheid
    Onderzoeken van wensen en behoeften van de klant en hiernaar handelen. Anticiperen op behoeften van klanten en een hoge prioriteit geven aan goede dienstverlening en klanttevredenheid.  

    Operationalisaties:

  • Heeft oog voor de hulp en de diensten die mensen van elkaar zouden willen ontvangen en is bereid die te geven
  • Geeft een helder beeld van wederzijdse verwachtingen
  • Geeft duidelijk aan wat de volgende stap van de dienstverlening inhoudt
  • Toont begrip voor de wensen en belangen van een klant
  • Vraagt door, overtuigt zich van de bedoeling van een vraag
  • Levert maatwerk voor de klant, met diens belang als uitgangspunt
  • Stuurt een klant niet weg omdat deze een stap in de procedure lijkt te hebben gemist, maar helpt het gemiste aan te vullen
  • Maakt duidelijke afspraken en zorgt voor follow‑up
  • Aanvaardt verantwoordelijkheid voor geleverde diensten en ook  voor gemaakte fouten
  • Vraagt of aan verwachtingen, wensen of behoeften is voldaan, opent mogelijkheid tot correctie of bijstelling
  • Geeft aan dat men later op deze dienstverlening terug mag komen
  • Reageert op klacht met prompt herstel, zonder defensief gedrag

    Stressbestendigheid
    Effectief blijven presteren onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling of tegenspel.

    Operationalisaties:                    

  • Raakt bij ernstige storing of fout niet in paniek
  • Blijft zakelijk en kalm als er fors weerstand wordt geboden of op de man wordt gespeeld
  • Checkt op het laatste moment nog of er foutjes zijn gemaakt
  • Blijft gestructureerd werken wanneer verschillende mensen tegelijk een beroep doen op dienstverlening
  • Blijft goed functioneren onder snel veranderende of belastende omstandigheden
  • Neemt verantwoordelijkheid nadat een fout is gemaakt
  • Gaat goed om met momenten van stilte of verwarring
  • Herstelt zich snel bij tegenslag of pech
  • Blijft effectief functioneren onder tijdsdruk

    Initiatief
    Kansen signaleren en er naar handelen. Liever uit zichzelf beginnen dan passief afwachten

    Operationalisaties: 

  • Vraagt uit zichzelf nadere informatie
  • Handelt overwegend pro-actief
  • Start uit zichzelf nieuwe activiteiten
  • Is op het juiste moment bij de bal
  • Is actief in woord en gedrag
  • Komt in vergaderingen en bij discussies als eerste met voorstellen, oplossingen  
  • Brengt de voortgang van een proces  weer op gang te brengen of versnelt het
  • Komt uit eigen beweging met een nieuw plan of een nieuwe oplossing

    Integriteit
    Handhaven van algemeen aanvaarde sociale en ethische normen in alle beroepsmatige activiteiten.

      Operationalisaties:    

  • Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen
  • Is zich goed bewust van eigen normen en waarden en handelt consequent daar naar
  • Handelt consequent volgens de beroepscode. Wijst andere gedragingen af
  • Staat voor gedane toezeggingen en verplichtingen
  • Geeft open informatie in zaken die veiligheidsrisico's van patiënten, bezoekers en medewerkers  betreffen
  • Geeft aan wanneer verwacht gedrag buiten de eigen normen en/of de beroeps‑  of organisatienormen valt
  • Maakt geen misbruik van macht, voorkennis of persoonlijke informatie
  • Gaat zorgvuldig om met het vertrouwen dat door patiënten en hulpvragers in de hulpverlening wordt gesteld
  • Houdt aan normen vast, ook wanneer dit voor zichzelf nadeel, spanning of conflicten met zich mee brengt
  • Kiest bij conflicten niet automatisch de kant van de sterkere partij, maar probeert het geheel te overzien en handelt daarnaar
  • Meldt gemaakte fouten en neemt uit eigen beweging stappen om de schade te verminderen

    Overige competenties

  • Hbo-opleiding dienstverlening
  • Opleiding CBHV

  • Home Functie database Vragen of tips over deze functie kunt u zenden naar: Wim van Osch
    Auteur: RH+. - Vrij voor gebruik onder bronvermelding - Laatst bijgewerkt 4-7-2007