Coach-werktrajectbegeleider.

I. Resultaatgebieden:

  1. Acquisitie

Betreft het verwerven van opdrachten, subsidies en/of plaatsingsmogelijkheden bij bedrijven, sociale diensten, uitkeringverstrekkers en instanties die maatschappelijke groepen begeleiden, zoals reclassering, beschermde woonvormen, asielzoekerscentra en dergelijke, voor het realiseren van werkervaringsplaatsen, respectievelijk het bezetten van vacatures, door leden van de doelgroepen. Tot de doelgroepen behoren verschillende categorieën personen die op de arbeidsmarkt moeilijk een plaats vinden of die in verband met hun persoonlijke situatie met enige hulp snel een plaats moeten vinden. Dit zijn o.a. langdurig werklozen, gehandicapten en mensen met negatieve sociale indicaties, maar ook sommige groepen allochtonen en asielzoekers.

Prestatie-indicatoren:
  1. Intake en analyse

Betreft het vaststellen van de capaciteiten, interesses en mogelijkheden van de opdrachtgevers en van de cliënten uit de doelgroepen.

Prestatie- indicatoren:

  1. Trajectbegeleiding, plaatsing en coaching

Betreft het volgen, begeleiden en coachen van cliënten en werkgevers op gerealiseerde plaatsingen en het tot stand brengen van noodzakelijk aanpassingen op de arbeidsplaats.

Prestatie- indicatoren:

  1. Netwerk, organisatie en communicatie

Betreft het functioneren teamlid in een team van coaches.

Prestatie- indicatoren:

  1. Administratie

Betreft het bijhouden en doorgeven van de informatie die nodig is voor de financiële en juridische afwerking van de opdrachten en taken..

Prestatie- indicatoren:

II. Kritieke situaties

  1. Corruptie: accepteert geld of geschenken voor voorrechten bij de dienstverlening.
  2. Niet betrouwbaar. Heeft een dubbele agenda, stelt voor cliënten de werkelijkheid mooier voor dan zij is of vertelt aan sollicitanten andere verhalen dan aan de werkgevers.
  3. Geen praktijkinzicht. Stelt uit overigens nobele overwegingen onhaalbare eisen aan opdrachtgevers.
  4. Uit de hand lopende sociale relaties of ernstige conflicten met cliënten.
  5. Geen goede netwerken, weinig of geen communicatie met opdrachtgevers en doelgroepen.

 

III. Gedragscompetenties

  1. Gedragstypen en voorbeelden

'Laten zien dat men zich goed bewust is van wat andere mensen in hun eigen omgeving voelen en wensen, tonen dat men daarmee op passende wijze rekening houdt.

Prestatie- indicatoren:

"Zich zonder moeite onder andere mensen begeven. Gemakkelijk naar anderen toestappen en zich gemakkelijk in gezelschap mengen."

Prestatie- indicatoren:

"Tonen belangrijke informatie op te nemen in gesprekssituaties en bij observaties. Reageren op verbale en non-verbale signalen, doorvragen tot de informatie compleet is, tot de situatie helder is en men elkaar over en weer volledig verstaat."

Prestatie- indicatoren:

"Ideeën en meningen duidelijk maken met helder taalgebruik, passende lichaamstaal en goede stijlvormen. De taal mondeling en schriftelijk correct gebruiken, aangepast aan de doelgroep."

Prestatie-indicatoren:

"Informatie en diensten professioneel aanbieden. Zich presenteren zoals de beroepsgroep zich wil tonen aan de buitenwereld."

Prestatie-indicatoren:

"Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook als het een onderwerp betreft dat niet onmiddellijk van persoonlijk belang is"
Prestatie- indicatoren:

"Aankomende problemen en kansen signaleren en daarnaar handelen. Tot acties overgaan voordat een probleem zich voordoet of een kans verdwijnt."

'Stellen van hoge eisen aan zichzelf en aan de resultaten die worden geproduceerd. Laten zien niet tevreden te zijn met gemiddelde prestaties. Zichzelf ontwikkelen om kwaliteit te leveren, hoog te presteren, succes te behalen.'
Prestatie- indicatoren:

'Zich rechtschapen, eerlijk en onkreukbaar gedragen, overeenkomstig algemeen geldende sociale en professionele normen."

Prestatie- indicatoren:

"Zich richten op het tegemoetkomen aan wensen en behoeften van cliënten en consumenten. Een hoge prioriteit toekennen aan afwerking, gebruikersgemak, veiligheid en service. Tevredenheid toetsen bij de cliënten."

Prestatie- indicatoren:

"Zich houden aan de afspraken, aan de stappen, aan de voorwaarden en aan de beoogde resultaten van een proces. Zich richten naar de wensen en bedoelingen van de ander."

Prestatie- indicatoren:

"Reageren op problemen en kansen door het veranderen van stijl en gedrag wanneer dat nodig is voor het bereiken van het gewenste resultaat."

Prestatie-indicatoren:

"Zich gezond, effectief en evenwichtig blijven gedragen, goede resultaten tot stand brengen, ondanks calamiteiten, tijdsdruk, werkdruk, wezenlijke veranderingen in de werksituatie of persoonlijke omstandigheden en bij weerstand, tegenslag, teleurstelling, onrecht of pech."

Prestatie-indicatoren:

"Met oorspronkelijke oplossingen komen voor beroepsmatige problemen. Nieuwe werkwijzen of nieuwe toepassingen bedenken."

Prestatie-indicatoren

"Zien welke invloed uitgaat van en welke gevolgen kunnen optreden door eigen beslissingen, gedrag en activiteiten, bij andere personen, groepen, organisaties en disciplines."

Prestatie-indicatoren:

"Cliënten voorlichten, begeleiden en helpen op hun weg om optimaal te kunnen functioneren in een organisatie, om maatschappelijk betere mogelijkheden of meer wenselijke omstandigheden te verwerven, naar betere mogelijkheden om maatschappelijk zelfstandig te functioneren of om een betere lichamelijke of geestelijke gezondheid te bereiken."

Prestatie-indicatoren:

"In intensieve gesprekken, in een begeleidingsproces, met cliënten de grenzen van het voor hen mogelijke aftasten door stelselmatig naar hen terug te koppelen, samen met hen oorzaken van successen en van falen na te gaan, alle mogelijkheden tot verbetering te onderzoeken, hen te bemoedigen en steeds concretere aanwijzingen te geven en passende oefeningen aan te bieden."

Prestatie-indicatoren:

  1. Teamrollen
  2. Brononderzoeker/Bedenker
    Voortdurend op zoek naar realistische en haalbare oplossingen voor vastzittende problematiek

    Bedrijfsman/Afmaker-nadenker:
    Gaat praktisch en methodisch aan de gang met het realiseren van de oplossingen.
    Blijft checken of alles wel glad loopt en er niets fout gaat of wordt vergeten

    Groepswerker:
    Anderen voortdurend stimuleren en motiveren, conflicten oplossen.

  3. Persoonlijkheidskenmerken volgens de "Big Five"(in schalen van 1-10)

Niet lager dan 7 op de schaal voor "sociaal vaardig".
Deze schaal meet de mate waarin men behoefte heeft aan stimulatie door anderen

Niet lager dan 7 op de schaal voor "sympathiek".
Deze schaal meet de mate van vriendelijkheid, respect en vertrouwen voor anderen

Niet lager dan 8 op de schaal voor "werkinstelling":
Deze schaal meet de mate waarin men hoog wil presteren en integer wil zijn

Niet lager dan 6 op de schaal voor "stabiliteit":
Deze schaal meet de mate waarin men zich weinig zorgen maakt, optimistisch is en tegenslagen gemakkelijk verwerkt

Niet lager dan 8 op de schaal voor "toegankelijkheid":
Deze schaal meet de mate waarin zich openstelt voor en wil leren van nieuwe ervaringen.

IV. Overige competenties:


Opleidingsindicatie:

HBO of Academische opleiding: gedragswetenschappen, bedrijfskunde, personeel en arbeid

Vakstudies
Voortgezette studies personeel en arbeid, cursussen gesprekstechniek, veranderkunde, conflictmanagement, etc

Ervaring
Praktische ervaring in andere functies in het sociale veld, resp. in andere opleidings- of begeleidingsfuncties.

 



Resultaatgericht competentieprofiel. Laatst bijgewerkt: 4-7-2007 Li Po
Dit competentieprofiel is geconstrueerd met behulp van de bouwmaterialen en hulpbronnen van het boek "Competent communiceren". Het profiel kan gemakkelijk worden aangevuld, ingekort en gewijzigd wanneer u een profiel van een andere functie wilt maken.

Home Functie database Download deze file naar uw tekstverwerker Vragen of tips over deze functie kunt u zenden naar: Wim van Osch