Functie: Nurse practitioner (NP) (Oorspronkelijk ontwerp) |
Organisatie:,Valt organisatorisch onder Hoofd Afdeling Functionele leiding : Behandelend Specialist |
Functiefamilies: Verpleging, Artsen, Paramedici |
Indicaties voor de functiefamilies : Verpleegkundige zorg, Medische/paramedische verrichtingen. |
Resultaatgebieden:
Coördinatie van behandeling- en zorgprogramma's. Betreft het afstemmen van de medische, paramedische, verpleegkundige en overige behandelingen binnen het totale zorgproces van toegewezen patiënten.
Prestatie-indicatoren : Aantal toegewezen patienten
Kwaliteitsborging van het behandeling- en zorgproces. Betreft het behartigen van de zorg voor de algemene gezondheidstoestand van de patiënt, alsmede
kwaliteitscontrole op de bejegening en het welbevinden van de patiënt en diens relaties.
Prestatie-indicatoren: Mate waarin de continuïteit van zorg wordt ervaren door de patiënt
Professionele medische en verpleegkundige verrichtingen. Betreft het methodisch, volgens protocollen, procedures en richtlijnen, deels op eigen verantwoordelijkheid, deels op voorschrift van en onder verantwoordelijkheid van de behandelende arts, het voorschrijven, uitvoeren en registreren van onderzoeken, metingen en (be)handelingen.
Prestatie-indicatoren: Aantal verrichtingen, w.o. lichamelijk onderzoek van de patiënt
Informatieverstrekking. Betreft het informeren en adviseren van de patiënt en/of diens relaties met betrekking tot de
aandoening of de ziekte, het verloop, de behandeling en de gevolgen. Verder het particperen in de organisatie en de opzet van symposia, workshops en voorlichtingsbijeenkomsten rond specifieke ziektebeelden.
Prestatie-indicatoren: Aantal en kwaliteit van de gesprekken met patiënt en bezoek.
Bijdragen aan beroepsontwikkeling van de NP, werkverbetering, kennisverbreiding en consultatie. Betreft vernieuwingen binnen het beroep van NP op het gebied van kennis en werkwijzen en het verzorgen van informatie daarover, onder andere doormiddel van publicaties en posters of workshops bij congressen en symposia. Verder het voorbereiden van en deelnemen aan onderwijsprogramma's, inwerkprogramma's, stagebegeleiding, etc. voor artsen en andere professionals. Voorts het geven van adviezen inzake functie-inhoud en samenwerkingsvormen rond
de NP.
Prestatie-indicatoren: Bijdragen, resp.deelnamen aan bijscholingsprogramma's, refereeravonden, e.d. Gegeven impulsen voor verbetering van werkwijzen
|
Denkbare kritieke situaties:
Daadwerkelijke afstemming van het onderzoek- en behandelingstraject ontbreekt. De NP stelt volstrekt routinematig onderzoek- en behandelplannen op. Er wordt niet geïnformeerd hoe het
staat met aan- en afwezigheid van faciliteiten. Er wordt naar niemands mening gevraagd. Gevolg: de
samenwerking met verschillende onderdelen van de organisatie stokt. Het zorgproces wordt onefficiënt, de
patient klaagt over nutteloze wachttijden en over een onverschillige bejegening.
De Nurse Practitioner heeft te weinig aandacht voor klinische taken. Vanwege het nieuwe en interessante werkterrein wordt er erg vaak een beroep gedaan op bijdragen voor
opleidingen en symposia. Verder wordt hij door anderen vaak weggeroepen voor consult. De patiënt ziet
hij nauwelijks. Gevolg: op de afdeling is men van mening dat de bijdrage aan de feitelijke zorg minimaal is
en dat er alleen maar werk onnodig uit de handen van de gedifferentieerde verpleegkundigen wordt
genomen.
De Nurse Practitioner overschrijdt zijn bevoegdheid. Een zeer onrustige en angstige patiënt moet lang wachten voor een kleine ingreep, die volgens protocol
altijd in bijzijn van een arts moet plaatsvinden. Bij navraag blijkt de arts te worden opgehouden door een
niet ingeplande overlegsituatie met het Bestuur van de Afdeling. De NP vraagt assistentie van een bekwame
collega en verricht de ingreep. Hij overschrijdt daarmee in feite zijn bevoegdheden. Het verloopt allemaal
goed, maar de familie dient een klacht in tegen de arts. Zij beschuldigen haar van onzorgvuldigheid.
Gevolg: de NP en zijn collega worden formeel berispt .
De Nurse Practitioner opereert sociaal onhandig in de organisatie. De NP heeft ernstige kritiek op de deskundigheid en de motivatie van de verpleegkundigen in de omgeving
van haar patiënten. Hij uit dat onder andere door zich te mengen in de gesprekken die plaatsvinden over de
werkinstructies tussen verpleegkundigen en eerste verpleegkundigen. Verder uit hij in het bijzijn van artsen
en collega's volop zijn wijfels over het leiderschap van de HV en het verpleegkundig beleid in het
algemeen. Gevolg: de verpleging wil niet meer met deze NP samenwerken.
De Nurse Practitioner geeft te weinig richting aan de behandeling. Bij de patiëntenbesprekingen is de NP te weinig concreet in haar aanwijzingen. De verpleegkundigen en
eerste verpleegkundigen kunnen hierdoor hun zorgtaken niet goed uitvoeren.
De Nurse Practioner vestigt de aandacht op de unieke situatie van een patient. Een patient weigert volstrekt onderzoeken en ingrepen te ondergaan die opgenomen zijn in het standaardbehandelplan. Hierover ontstaat grote commotie in het team. Men aarzelt tussen het vergroten van de psychologische druk of het staken van de behandeling. De NP praat met de patient en de familie en achterhaalt de redenen van dit gedrag. Zij weet het team en de patiënt te overtuigen dat een gereduceerd programma in dit speciale geval redelijk en wenselijk is. Gevolg: aanmerkelijke verbetering van de sfeer. |
Gedragscriteria:
Samenwerken Prestatie-indicatoren: Positief kritische instelling
Organisatiesensitiviteit Prestatie-indicatoren: Kwaliteit van de relatie met de verpleging, de artsen, andere afdelingen, etc.
Discipline Prestatie-indicatoren: Afspraken nakomen
Sensitiviteit Prestatie-indicatoren:
Luisteren Prestatie-indicatoren: Doorvragen naar redenen en oorzaken.
Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Prestatie-indicatoren: Helderheid bij behandelende artsten over organisatorische situatie
Flexibel gedrag Prestatie-indicatoren: Bereidheid om andere dan de gebruikelijke taken te verrichten
Voortgangscontrole Prestatie-indicatoren: Overzicht van alle voor de patentengroep relevante zorgprocessen
Prestatiemotivatie Prestatie-indicatoren: Initiatieven voor aanpassingen patientenbehandeling en ontwikkeling NP-functie.
Toont enthousiasme en inzet Inzet/Energie Prestatie-indicatoren: Acceptatie extra werk en/of overwerk
Aanpassingsvermogen Prestatie-indicatoren: Constantheid van de kwaliteit onder druk.
|
Overige competenties : Beroepsopleiding Verpleegkundige (HBO-niveau)
|
Loopbaanmogelijkheden:
Instroomfuncties: Horizontale mobiliteit: Verticale mobiliteit:
|