Functie: Gedifferentieerd Radiotherapeutisch Laborant Operationele Bedrijfsvoering
Organisatie: Werkt onder leiding van: Coördinerend Hoofdlaborant
Functiefamilies: Radiotherapeutisch Laboranten
Indicaties voor de functiefamilie : Coördinatie, Bestraling
Resultaatgebieden:

Coördinatie


Betreft de coördinatie van de dagelijkse werkzaamheden van één der teams laboranten (dagelijkse leiding), het zorg dragen voor een goed verloop en voortgang van de werkzaamheden en het bewaken van de kwaliteit daarvan.

Prestatie-indicatoren:

Een evenwichtige werkverdeling
Het stellen van de juiste prioriteiten
De kwaliteit van het werk is goed
De continuïteit van het werk; knelpunten worden snel en adequaat opgelost
Een prettige werksfeer
Het gedrag en de deskundigheid van medewerkers
Een correcte en volledige administratie

Voorbereiding


Betreft het ondersteunen van de radiotherapeut bij het simuleren van de bestralingen van de patiënt, en het berekenen van de toe te dienen stralingsdoses.

Prestatie-indicatoren:

De kwaliteit en kwantiteit van de simulaties en planningen i.r.t. de aard van de verrichting.
De volledigheid, juistheid en uitvoerbaarheid van de simulaties en planningen.
De voorbereidende werkzaamheden zijn tijdig gereed.
Spoedmaskers voldoen aan de gestelde eisen.
Handelt nauwkeurig en conform instructies en veiligheidsvoorschriften.
De radiotherapeut is content met de geleverde prestaties.
Tijdig inschakelen van collega en/of specialist.
Correcte registratie en archivering van bestralingsgegevens.
Correcte bejegening van de patiënt.

Bestraling


Betreft het begeleiden en positioneren van de patiënt op het bestralingstoestel en het uitvoeren van de bestraling.

Prestatie-indicatoren:

Aantal uitgevoerde bestralingen in relatie tot de aard van de behandeling.
Een juiste en nauwkeurige positionering van de patiënt.
De toegediende bestralingsdoses en de gebruikte hulpmiddelen zijn conform voorschrift.
Tijdige signalering en adequate reactie op voorkomende afwijkingen tijdens de bestraling.
Handelt nauwkeurig en conform instructies, normen en veiligheidsvoorschriften.
Correcte registratie en archivering van bestralingsgegevens.
Correcte bejegening van de patiënt. 

Informatieverstrekking


Betreft het informeren over de gang van zaken bij de voorbereiding en de bestraling en mogelijke
bijwerkingen.

Prestatie-indicatoren:

Correcte en begrijpelijke informatie aan de patiënt en diens begeleiders.
Weet welke informatie zelfstandig aan de patiënt gegeven kan worden.
Correcte bejegening van de patiënt.
De presentatie en communicatie van de laborant.

 

Denkbare kritieke situaties:

- In het bijzijn van een patiënt met een collega privé afspraken maken.
- Het toedienen van verkeerde stralingsdosis of het bestralen van een verkeerde lokatie niet melden.
- Ook onder tijdsdruk de patiënt de aandacht geven die deze nodig heeft.
- Bereidheid tonen om op verzoek van de patiënt het programma om te zetten.
- In aanwezigheid van de patiënt "twijfel" uiten over de kwaliteit en uitvoerbaarheid van de behandeling.
- Geen toezicht houden op de patiënt.
- Zonder voorafgaande kennisgeving op essentiële momenten niet aanwezig zijn.
- De voortgang of kwaliteit van het werk laten beïnvloeden door verschillen van mening met collega, fysicus of arts.
- Tegen het einde van de dienst wordt een haastklus aangeboden .......
- Gaat discreet om met vertrouwelijke informatie
- Eer is een hoog ziekteverzuim binnen een team
- De functionaris accepteert alle aangeboden patienten (waardoor een te hoge werkdruk ontstaat).

 

Gedragscriteria:

Groepsgericht leiderschap


Prestatie-indicatoren:

Motiveert en inspireert de medewerkers
Stimuleert opleiding en ontwikkeling
Weinig of geen persoonlijke conflicten

Samenwerken


Prestatie-indicatoren:

Doet concessies als het er om gaat tot een gezamenlijk resultaat te komen.
Helpt anderen hun doelen te bereiken.
Levert een bijdrage voor een groepstaak die niet van persoonlijk belang is.
Pakt ideeën van anderen positief op en gaat er mee verder.
Uit zich positief over prestaties van een collega

Klantgerichtheid


Prestatie-indicatoren:

Stelt zich dienst- en hulpverlenend op.
Aandacht voor wensen opdrachtgever; levert maatwerk.
Mate van tevredenheid patiënt; toont begrip voor wensen van de patiënt.
Aanvaardt verantwoordelijkheid voor gemaakte fouten.
Reageert op klacht met prompt herstel, zonder defensief gedrag. 

Omgaan met details


Prestatie-indicatoren:

Werkt nauwkeurig en werkt een complexe taak volledig af.
Maakt weinig of geen fouten.
Besteedt zowel aandacht aan de inhoud van het werk als aan de presentatie.
Heeft oog voor routines en procedures

Organisatiesensitiviteit:


Prestatie-indicatoren:

Reageert op onuitgesproken behoefte van een klant, collega of van een andere discipline.
Houdt bij het werk rekening met verschillen in discipline.
Schakelt zo nodig een andere discipline in voor het oplossen van een probleem
Bekijkt het probleem vanuit het standpunt van de andere discipline.
Waarschuwt voor consequenties buiten het eigen functiegebied.
Zorgt voor goede communicatie over ontwikkelingen en beslissingen naar alle belanghebbenden, ook buiten de eigen discipline.
Begrijpt de werking van organisatie, ook wanneer die medewerkers schijnt te hinderen bij hun werk. Probeert dat soort hindernissen weg te nemen.

Luisteren


Prestatie-indicatoren:

Laat de ander uitspreken
Pakt signalen op, die anderen zouden kunnen ontgaan.
Geeft door gedrag en houding blijk van interesse in wat de gesprekspartners inbrengen.
Vraagt opheldering, reden of oorzaak als wat de ander zegt niet helder is.

Sensitiviteit


Prestatie-indicatoren:

Aandacht voor de gevoelens van de patiënt en zijn omgeving
Houdt rekening met de situatie van een ander en doet daar iets zinnigs mee
Respect tonen voor mensen met een andere achtergrond of afwijkende mening
Verwoordt gevoelens en behoeften van een ander

Voortgangscontrole


Prestatie-indicatoren:

Zoekt of schept orde en regelmaat.
Heeft overzicht over het eigen te verrichten werk.
Op vaste momenten controleren of zaken zijn afgewerkt.
Anticipeert op knelpunten en belemmeringen.

Discipline


Prestatie-indicatoren:

Vertoont beheerst gedrag onder wisselende omstandigheden.
Accepteert gezag; leeft regels, protocollen en afspraken na.
Kent grens van eigen verantwoordelijkheid; signaleert dat nieuwe regels of afspraken nodig zijn  

Stressbestendigheid


Prestatie-indicatoren:

Raakt bij ernstige storing of fout niet in paniek.
Checkt op het laatste moment nog of er foutjes zijn gemaakt.
Blijft gestructureerd werken wanneer verschillende mensen tegelijk een beroep doen op dienstverlening
Neemt verantwoordelijkheid nadat een fout is gemaakt.
Is een volhouder.

Flexibiliteit


Prestatie-indicatoren:

Objectiveert, toont afstand te kunnen nemen van emotionele situatie.
Kiest gemakkelijk verschillende werkwijzen om eenzelfde doel te bereiken
Verandert onder tijdsdruk op praktische wijze van aanpak.
Houdt rekening met positie en karakter van gesprekspartners.

Integriteit


Prestatie-indicatoren:

Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen.
Maakt geen misbruik van macht, voorkennis of persoonlijke informatie.
Staat voor gedane toezeggingen en verplichtingen.
Houdt aan normen vast, ook wanneer dit nadeel of conflicten met zich mee brengt.

 

Overige competenties:

Bewijs van bevoegdheid radiotherapeutisch laborant

 

Loopbaanmogelijkheden:

Instroomfuncties:
Radiotherapeutisch laborant

Horizontale mobiliteit:
Radiodiagnostisch laborant (incl. echografie)
Medisch nucleair werker
Gedifferentieerd laborant

Verticale mobiliteit:
Leidinggevende laboranten-functies



Auteur R.Hilberts 22-11-99 | Laatst bijgewerkt 21-7-2007


Home Database competentieprofielen