Resultaatgericht werken op teamniveau.

In een grotere organisatie werkt vrijwel iedereen in een of ander teamverband. De resultaat en gedragsgerichte werkwijze geeft ook mogelijkheden om de prestaties van een team bespreekbaar te maken. Pimedia heeft hiervoor zelfs een meetinstrument ontwikkeld, de Teamreflector, dat meet in hoeverre een aantal succesfactoren in het gedrag van een team aanwezig zijn.

Maar ook zonder dat precisie-meetinstrument is het niet zo moeilijk om vast te stellen wat voor een team de resultaatgebieden en wat de prestatie-indicatoren daarin zijn. Dan kunnen daarover vast heldere afspraken gemaakt worden.

Vervolgens kunnen we proberen vast te stellen welke factoren voor het slagen van het teamwerk belangrijk zijn. Dat is niet voor ieder team het zelfde. Bijvoorbeeld de leiderschapsstijl moet voor een uitvoerend team anders kunnen zijn dan de stijl die absoluut noodzakelijk is voor een team met een ontwikkelingsopdracht.

Als we zo'n succesfactor onderzoeken, dan merken we ook dat precies het zelfde gedrag van een teamleider, door verschillende leden van het team verschillend gewaardeerd wordt. Dat betekent dat we bij verder onderzoek niet alleen naar observeerbaar gedrag van een teamlid, maar ook naar de beleving er van door de overige teamleden moeten kijken. Daarnaast hebben we een taalprobleem. Achter hetzelfde woord schuilen niet altijd dezelfde zaken. Voor de klantvriendelijkheid van een medewerker van de receptie moet je andere prestatie-indicatoren aanleggen dan voor de klantvriendelijkheid van het totale bederijf. Kortom de metingen zijn op bedrijfs- en teamniveau wat complexer dan op het niveau van de afzonderlijke medewerker. Dat is vooral zo als we heel specifiek op het functioneren van een bepaald team willen ingaan.

Daar staat tegenover dat er ook wel een aantal algemene en minder moeilijk te meten dimensies aan te geven zijn. In de Pimedia Teamreflector worden bijvoorbeeld metingen verricht naar de volgende dimensies:

  • Hebben de teamleden duidelijke doelen voor ogen?
  • Krijgen ze regelmatig terugkoppeling over hun functioneren en de resultaten?
  • Heeft het team en hebben de teamleden voldoende autonomie?
  • Is er een open communicatie?
  • Wordt het teamwerk efficient en pragmatisch gepland?
  • Hoe kijkt men aan tegen het leiderschap?
  • Hoe staat het met de tevredenheid en de betrokkenheid van de teamleden?
  • Is er voldoende ondersteuning?
  • Is er ruimte voor ontwikkeling bij de teamleden?
  • Hoe staat het met de informatievoorziening?
  • Zijn er voldoende middelen beschikbaar?

    Uiteraard vergt een gedegen meting ook een gedegen onderzoek. Maar toch kan ieder team ook wel voor zichzelf een idee vormen hoe het in hun team staat met deze "succesdimensies". Een dergelijk zelfonderzoek kan ook een goede basis geven voor een voorlopige diagnose als men het idee heeft dat er aan het teamwerk misschien iets schort.

    WvO/team/29-5-2000