Trainer sector Human Resource Management.

I Resultaatgebieden:

  1. Trainingen

Betreft het ontwikkelen, voorbereiden en geven van trainingen aan groepen.

Prestatie-indicatoren:

  1. Werkterrein

Betreft het verkennen, bestuderen, aan zichzelf eigen en aan anderen overdraagbaar maken van een brede scala van attitudes, communicatievormen, taken, verrichtingen en andere onderwerpen binnen het werkterrein van managers, professionals, stafmedewerkers en trainees, zoals communiceren, beïnvloeden, hulpverlening, groepsprocessen, leidinggeven, beleid ontwikkelen, budgetten bewaken, toekomstscenario's opstellen, productontwikkeling, veiligheid, personeelbeheer, bedrijfsorganisatie en dergelijke.

Prestatie- indicatoren:

  1. Trainersvaardigheden

Betreft het beheersen van vaardigheden op het gebied van communicatie, groepsdynamica, onderwijskunde en didactiek.

Prestatie- indicatoren:

  1. Netwerk, organisatie en communicatie

Betreft het functioneren als freelancer op de vrije markt, als partner in een bedrijf of als teamlid in een team van trainers.

Prestatie- indicatoren:

II Kritieke situaties

  1. Geen "greep op de groep". De trainer is niet in staat de groep te motiveren en/of er goed leiding aan te geven
  2. Trainingen hebben weinig of geen relatie met de praktijkvragen van de cursisten
  3. Geen controle op het leereffect en bereikte resultaten bij de cursisten
  4. "Hersenspoeling situaties": te ver gaande beïnvloeding van cursisten
  5. Tijdens trainingen uit de hand lopende sociale relaties, ernstige conflicten met en tussen cursisten, drugsgebruik of overmatig drankgebruik, etc.
  6. Ongelukken, letsel, vermijdbare schade tijdens trainingen
  7. Geen terugkoppeling over resultaten en incidenten
  8. Geen goede netwerken, weinig of geen communicatie met opdrachtgevers en klanten.

III Gedragscompetenties

  1. Gedragstypen en voorbeelden

Laten zien dat men zich goed bewust is van wat andere mensen in hun eigen omgeving voelen en wensen, tonen dat men daarmee op passende wijze rekening houdt.

Prestatie- indicatoren:

Zich zonder moeite onder andere mensen begeven. Gemakkelijk naar anderen toestappen en zich gemakkelijk in gezelschap mengen.

Prestatie- indicatoren:

Tonen belangrijke informatie op te nemen in gesprekssituaties en bij observaties. Reageren op verbale en non-verbale signalen, doorvragen tot de informatie compleet is, tot de situatie helder is en men elkaar over en weer volledig verstaat.

Prestatie- indicatoren:

Ideeën en meningen duidelijk maken met helder taalgebruik, passende lichaamstaal en goede stijlvormen. De taal mondeling en schriftelijk correct gebruiken, aangepast aan de doelgroep.

Prestatie-indicatoren:

Informatie en diensten professioneel aanbieden. Zich presenteren zoals de beroepsgroep zich wil tonen aan de buitenwereld.

Prestatie-indicatoren:

Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook als het een onderwerp betreft dat niet onmiddellijk van persoonlijk belang is
Prestatie- indicatoren:

Stellen van hoge eisen aan zichzelf en aan de resultaten die worden geproduceerd. Laten zien niet tevreden te zijn met gemiddelde prestaties. Zichzelf ontwikkelen om kwaliteit te leveren, hoog te presteren, succes te behalen.
Prestatie- indicatoren:

Prestatie- indicatoren:

Zich richten op het tegemoetkomen aan wensen en behoeften van cliënten en consumenten. Een hoge prioriteit toekennen aan afwerking, gebruikersgemak, veiligheid en service. Tevredenheid toetsen bij de cliënten.

Prestatie- indicatoren:

Zich toegewijd gedragen volgens gevestigde regels, gedragscodes, procedures, protocollen en voorschriften, ook bij tegenvallers en teleurstelling. Bij twijfel aan de juistheid, de toepasbaarheid of de doelmatigheid van regels en voorschriften, bevestiging en onderbouwing zoeken bij de juiste bron.

Prestatie- indicatoren:

Zich houden aan de afspraken, aan de stappen, aan de voorwaarden en aan de beoogde resultaten van een proces. Zich richten naar de wensen en bedoelingen van de ander,

Prestatie- indicatoren:

Reageren op problemen en kansen door het veranderen van stijl en gedrag wanneer dat nodig is voor het bereiken van het gewenste resultaat.

Prestatie-indicatoren:

Zich gezond, effectief en evenwichtig blijven gedragen, goede resultaten tot stand brengen, ondanks calamiteiten, tijdsdruk, werkdruk, wezenlijke veranderingen in de werksituatie of persoonlijke omstandigheden en bij weerstand, tegenslag, teleurstelling, onrecht of pech.

Prestatie-indicatoren:

Zien welke invloed uitgaat van en welke gevolgen kunnen optreden door eigen beslissingen, gedrag en activiteiten, bij andere personen, groepen, organisaties en disciplines.

Prestatie-indicatoren:

Voorlichting en begeleiding geven aan een groep mensen. Onderlinge uitwisseling van ervaringen tot stand brengen, onderlinge hulp van cliënten stimuleren en vertrouwen in de positieve mogelijkheden van het groepsverband bevorderen.

Prestatie-indicatoren:

Cursisten voorlichten, begeleiden en helpen op hun weg om optimaal te kunnen functioneren in een organisatie, om maatschappelijk betere mogelijkheden of meer wenselijke omstandigheden te verwerven, naar betere mogelijkheden om maatschappelijk zelfstandig te functioneren of om een betere lichamelijke of geestelijke gezondheid te bereiken.

Prestatie-indicatoren:

In intensieve gesprekken, in een begeleidingsproces, met cliënten de grenzen van het voor hen mogelijke aftasten door stelselmatig naar hen terug te koppelen, samen met hen oorzaken van successen en van falen na te gaan, alle mogelijkheden tot verbetering te onderzoeken, hen te bemoedigen en steeds concretere aanwijzingen te geven en passende oefeningen aan te bieden.

Prestatie-indicatoren:

  1. Teamrollen
  2. Voorzitter
    Leidt het geheel, vervult deze rol vrijwel continu

    Specialist:
    Kent het werkgebied, kent het vak

    Maker/Producent:
    Prioriteiten stellen, doelen aangeven, zichtbare resultaten leveren

    Groepswerker:
    De groep voortdurend stimuleren en motiveren, faciliteren, conflicten tegengaan.

  3. Persoonlijkheidskenmerken volgens de "Big Five"(in schalen van 1-10)

Niet lager dan 8 op de schaal voor "sociaal vaardig".
Deze schaal meet de mate waarin men behoefte heeft aan stimulatie door anderen

Niet lager dan 6 op de schaal voor "sympathiek".
Deze schaal meet de mate van vriendelijkheid, respect en vertrouwen voor anderen

Niet lager dan 7 op de schaal voor "werkinstelling":
Deze schaal meet de mate waarin men hoog wil presteren en integer wil zijn

Niet lager dan 8 op de schaal voor "stabiliteit":
Deze schaal meet de mate waarin men zich weinig zorgen maakt, optimistisch is en tegenslagen gemakkelijk verwerkt

Niet lager dan 7 op de schaal voor "toegankelijkheid":
Deze schaal meet de mate waarin zich openstelt voor en wil leren van nieuwe ervaringen.


IV. Overige competenties:


Opleidingsindicatie:

HBO of Academische opleiding: gedragswetenschappen, bedrijfskunde, personeel en arbeid

Vakstudies
Voortgezette studies personeel en arbeid, cursussen gesprekstechniek, veranderkunde, conflictmanagement, vakopleidingen in de bedrijfstak, etc

Ervaring
Praktische ervaring in andere functies in het HRM werkveld resp. in andere opleidings- of begeleidingsfuncties.


Dit competentieprofiel is geconstrueerd met behulp van de bouwmaterialen en hulpbronnen van het boek "Competent Communiceren". Dit profiel kan gemakkelijk worden aangevuld, ingekort en gewijzigd.
Home Database competentieprofielen Download deze file naar uw tekstverwerker
Vragen of tips over deze functie kunt u zenden naar: Wim van Osch
- Vrij voor eigen gebruik onder bronvermelding - Laatst bijgewerkt 30-7-2007