Operationalisaties voor gedragscompetenties

Groep 2: Besluiten

GedragscompetentiesOperationalisaties
Nr Een gedragscompetentie is een verzameling van specifieke en observeerbare gedragsvormen die op een logische en betrouwbare manier aan de gedragscompetentie kunnen worden gekoppeld. Het gaat om gedrag dat leidt tot succes of falen bij het werk of in het algemeen in het leven. 'Operationalisaties' zijn concrete voorbeelden van zichtbaar gedrag dat bij de gedragscompetentie past.
2.1 Creativiteit:

Met oorspronkelijke oplossingen komen voor problemen die met de functie verband houden. Nieuwe werkwijzen bedenken.


  • Vraagt ruimte voor eigen stijl of eigen oplossingen
  • Pakt vlug de kern van een zaak op
  • Stelt bestaande procedures ter discussie, komt met slimme alternatieven
  • Past bestaande concepten toe in andere dan daarvoor gebruikelijke situaties
  • Komt snel met nieuwe gezichtspunten, ideeën, oplossingen.
  • Kijkt over de grenzen van eigen beroep en organisatie
  • Komt met een geheel nieuwe benadering of aanpak
  • Brengt veel ideën in bij het brainstormen
  • Ziet nieuwe toepassingsmogelijkheden voor vertrouwde instrumenten
  • Past oplossingsmethoden toe uit andere werkterreinen
  • Heeft oog voor vormgeving en stijl
2.2 Visie:

Afstand nemen van de dagelijkse praktijk. Zich een beeldvormen van de toekomst en op basis daarvan zich concentreren op hoofdlijnen en de lange termijn.


  • Herkent in gebeurtenissen patronen, ziet verbanden en vooral ook verschillen tussen wat er op dit moment gebeurt en situaties die zich al eerder hebben voorgedaan
  • Wijst op volstrekt nieuwe problemen en nieuwe situaties die voor anderen nog niet zo duidelijk zijn
  • Legt meer het accent bij de toekomstige mogelijkheden dan bij de problemen van vandaag
  • Werkt aan doelen en plannen op langere termijn, ten minste over enkele jaren
  • Komt met aantrekkelijke en praktische strategische voorstellen
  • Relativeert, schat de waarde van ervaringskennis kritisch in
  • Neemt afstand van dagelijkse problematiek, geeft de grote lijnen aan
  • Stemt plannen af op veranderingen en vernieuwingen, met name ook buiten het eigen bedrijf en buiten het eigen beroep
  • Heeft goed zicht op trends zoals ontwikkelingen in het beroep en op de arbeidsmarkt en ziet de consequenties daarvan voor het werk en voor de organisatie.
  • Ontwikkelt een nieuwe interpretatie van de doelstelling of de 'missie' van een organisatie of een afdeling
2.3. Probleemanalyse:

Signaleren van problemen, herkennen van belangrijke informatie, verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van mogelijke oorzaken van problemen, zoeken van ter zake doende gegevens.


  • Ziet in een vroeg stadium dat er problemen aan gaan komen en signaleert die
  • Komt, als een probleem zichtbaar wordt, in actie door te zorgen voor informatie en/of een plan voor te ondernemen stappen
  • Stelt logisch en methodisch vast waar een fout zit en bepaalt evenzo de oorzaak ervan
  • Benut actief de voor het functioneren noodzakelijke informatiebronnen
  • Legt verbanden tussen verschillende informaties uit allerlei bronnen over relevante situaties en problemen
  • Onderzoekt het probleem, verzamelt informatie over achtergronden en oorzaken voordat er tot verdere actie wordt overgegaan
  • Gebruikt verschillende manieren om ingewikkelde problemen aan te pakken en relevante informatie te verkrijgen
  • Ziet dat informatie ontbreekt, gaat op zoek naar aanvullende informatie
  • Maakt onderscheid tussen informatie over de feiten en meningen of interpretaties
  • Analyseert processen waardoor problemen ontstaan
  • Analyseert taken en werkprocessen
  • Maakt duidelijk en toepasselijk onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken
  • Bepaalt eerst de hoofdlijnen, detailleert later
  • Benoemt de oorzaken van problemen die zich voordoen
  • Maakt verschil tussen symptomen en oorzaken duidelijk
  • Integreert nieuw verworven inzichten met bestaande kennis en informatie
2.4 Omgevingsbewustzijn:

Laten blijken goed geïnformeerd te zijn over maatschappelijke en politieke ontwikkelingen of andere omgevingsfactoren en deze kennis effectief benutten voor de eigen functie of de organisatie.


  • Heeft brede interesse, heeft van veel zaken kennis
  • Stelt zich op de hoogte van politieke, sociale en wetenschappelijke ontwikkelingen. Past de kennis daarvan toe in de werksituatie
  • Kent de actuele nieuwsonderwerpen die van belang zijn voor het functiegebied
  • Weet wat de belangrijkste ontwikkelingen zullen worden in het functiegebied
  • Heeft oog voor ontwikkelingen in verwante of ondersteunende werkgebieden
  • Begrijpt aan wat voor politieke en maatschappelijke invloeden het functiegebied bloot staat
  • Houdt zorgvuldig rekening met de nieuwswaarde en met de positieve en negatieve publiciteit die het effect kan zijn van interne gebeurtenissen en beslissingen
  • Gaat vaardig om met formele en informele machtsverhoudingen en met belangentegenstellingen
  • Heeft oog voor cultuurverschillen en gaat daar goed mee om
2.5 Organisatiesensitiviteit:

Onderkennen van invloed en gevolgen van eigen beslissingen of activiteiten op andere onderdelen van de organisatie.


  • Reageert op onuitgesproken behoefte van een klant, collega of van een andere dienst.
  • Begrijpt waarom een actie of een mededeling door anderen niet begrepen wordt en past zich aan
  • Houdt bij het werk rekening met verschillen in bedrijfscultuur
  • Schakelt een andere instantie of functie bij voor het oplossen van een probleem
  • Begrijpt en gebruikt de informele kanalen van de organisatie
  • Bekijkt het probleem vanuit het standpunt van de andere functie
  • Houdt bij beslissingen rekening met neveneffecten voor collega's of voor andere delen van de organisatie
  • Neemt geen beslissingen zonder vooraf het effect daarvan op andere delen van de organisatie te hebben ingeschat
  • Waarschuwt voor consequenties buiten het eigen functiegebied
  • Is op de hoogte van gebeurtenissen in andere delen van de organisatie en houdt daar rekening mee
  • Heeft zicht op de verhouding tussen eigen belangen en de belangen van anderen in de organisatie en houdt daar rekening mee in zijn beslissingen
  • Zorgt voor goede communicatie over ontwikkelingen en beslissingen naar alle belanghebbenden, ook buiten de eigen dienst
  • Begrijpt de werking van organisatie, ook wanneer die medewerkers schijnt te hinderen bij hun werk. Probeert dat soort hindernissen weg te nemen
2.6 Oordeelsvorming:

Gegevens en mogelijke handelswijzen in het licht van relevante criteria tegen elkaar afwegen en tot realistische beoordelingen komen.


  • Gaat niet over één nacht ijs
  • Betrekt 'haalbaarheid' in overwegingen
  • Gaat uit van feiten
  • Benoemt bij keuzen alternatieven en de consequenties daarvan
  • Benoemt bij een beslissing zowel voor- als nadelen
  • Houdt rekening met alle relevante aspecten of kenmerken van het probleem.
  • Betrekt mogelijke neveneffecten in overwegingen
  • Betrekt de juiste instanties en de juiste mensen bij de zaak
  • Schat capaciteiten, mogelijkheden en interesse van potentiëe partners goed in
  • Volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en belanghebbenden
  • Motiveert eigen oordeel of beslissing
  • Oordelen zijn te herleiden tot bekende feiten, beschikbare informatie en geldige argumenten
  • Heroverweegt beslissingen indien omstandigheden of ontwikkelingen daartoe aanleiding geven
  • Geeft voorbeelden van achteraf juiste inschattingen van moeilijke situaties
2.7 Besluitvaardigheid:

Beslissingen nemen, hetgeen zich uit in het op het juiste moment ondernemen van acties of het uitspreken van oordelen.


  • Geeft duidelijke aanwijzingen en opdrachten
  • Is duidelijk over het eigen verantwoordelijkheidsgebied
  • Verbindt consequenties aan het niet opvolgen van aanwijzingen
  • Geeft een eigen mening
  • Confronteert, geeft aan dat iets niet juist is
  • Erkent eigen fout
  • Beslist relatief snel, maar gegrond
  • Overweegt alternatieven, maar stelt beslissingen niet uit
  • Beslist op een cruciaal moment, terwijl nog enige informatie ontbreekt
  • Verkort de procedure, wijzigt de aanpak als de zaak dit vereist
  • Neemt de tijd voor het verkrijgen van cruciale informatie wanneer een situatie dat vereist.
  • Neemt het correcte aantal beslissingen dat het probleem en de organisatorische situatie vergt

Home Database competentieprofielen
Laatst bijgewerkt: 2-10-2009/WvO