Arts

I Resultaatgebieden:

  1. Het ontmoeten van de ander

Betreft het correct ontvangen en bejegenen van patiënten, het tot stand brengen van een goede communicatie, het instellen van de werkcontacten met medewerkers en collega's en het optreden in sociale en bestuurlijke functies in de maatschappij.

Prestatie- indicatoren:

  1. Diagnostiek

Betreft het grondig onderzoeken en beoordelen van de situatie van de patiënt

Prestatie- indicatoren:

  1. Therapie

Betreft het instellen van een behandeling, het uitvoeren van medische verrichtingen, de controle op het beloop van het ziekteproces, het toezien op de kwaliteit van aanvullende therapie, verzorging en nazorg

Prestatie- indicatoren:

  1. Het aansturen van anderen.

Betreft het leiding geven aan en coachen van medewerkers en teamgenoten, het coördineren van uitvoering van onderling verdeelde taken, het stipuleren van medisch beleid, het nemen van maatregelen voor kwaliteitsborging

Prestatie- indicatoren:

 

  1. Kennisoverdracht

Betreft het geven van voorlichting en onderwijs aan derden, het publiceren van artikelen, het verstrekken van consulten en adviezen aan collega's en instanties, het beheren en completeren van de vakinformatie voor de eigen praktijk

Prestatie- indicatoren:

  1. Onderzoek en ontwikkeling

Betreft het verrichten van of meewerken aan toegepast of fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, het bijhouden van de vakontwikkelingen, het volgen van verdere studies en het bevorderen van verdere ontwikkelingen in het beroep.

Prestatie- indicatoren:

  1. Beheer en administratie

Betreft de bedrijfsadministratie , de patiëntengegevens, de bedrijfsplanning , de organisatie, de locale personeelstaken.

II Kritieke situaties

De hieronder geschetste condities zijn fataal voor de goede reputatie van een arts. Tegenovergesteld optreden zal wellicht het verkrijgen van een goede reputatie bevorderen:

  1. Totaal gebrek aan visie en autonomie: geen duidelijk eigen standpunt, geen persoonlijke kijk op de wereld.
  2. Ontrouw aan de medische code en het medisch beroep
  3. Gebrek aan respect voor de ander
  4. Niet voldoen aan normale financiële en wettelijke verplichtingen
  5. Vooraf geld eisen, bijvoorbeeld voor optreden in levensbedreigende situaties.
  6. Kennis en methodieken die van wezenlijk belang zijn voor goed herstel, of verbetering van de behandeling en de verzorging, met opzet geheimhouden
  7. Onzorgvuldige toepassing van medische kennis, meedoen aan kwakzalverij.
  8. Duidelijk te kort schieten in de inzet voor een zieke medemens
  9. Medische kennis misbruiken voor het toebrengen van leed en onrecht
  10. Niet zorgvuldig ethisch handelen, behandelingen uitvoeren die strijdig zijn met heersende normen en waarden.
  11. Onzorgvuldig zijn in het maatschappelijk optreden
  12. Handelingen verrichten waartoe men niet bekwaam en bevoegd is
  13. Machtsmisbruik tegenover zwakkeren
  14. Beroepsgeheim schenden

III Gedragscompetenties

  1. Gedragstypen en voorbeelden

"Zich onafhankelijk gedragen: beslissingen nemen, handelingen verrichten, zonder inmenging van anderen"

"Afstand nemen van de dagelijkse praktijk. Beschikken over eigen voorstellingen van de toekomst en op basis daarvan aanzetten geven om strategieën, koersen en werkwijzen te vernieuwen, te veranderen of juist te handhaven. Inbreng leveren voor ontwikkelingen op hoofdlijnen en op lange termijn".

'Zich rechtschapen, eerlijk en onkreukbaar gedragen, overeenkomstig algemeen geldende sociale en professionele normen."

  • Respecteert en beschermt de aan hem toevertrouwde persoonlijke informatie.
  • Geeft geen andere voorstelling van de werkelijkheid dan op basis van eigen waarneming.
  • Rapporteert correct en objectief over de resultaten van diagnoses en behandeling.
  • Maakt geen misbruik van macht, voorkennis of van de zwakkere positie van de patiënten of assistenten.
  • Vermijdt elk opzettelijk misleidend en manipulerend gedrag dat slechts eigen voordeel dient.
  • Eigent zichzelf geen resultaten toe die door anderen behaald zijn.
  • Geeft oprechte informatie aan de patiënten over bestaande en mogelijk komende risico's bij onderzoek en behandeling
  • Gedraagt zich in elk contact met anderen overeenkomstig geldende maatschappelijke normen.
  • Handelt consequent volgens de beroepscode. Wijst afwijkingen af.
  • Houdt zich aan de regels van de beroepsvereniging en de organisatie
  • Geeft duidelijk aan wanneer een van hem verlangde actie buiten eigen normen of de beroeps-, respectievelijk instellingsnormen valt.
  • Houdt aan algemene en professionele gedragsnormen vast, ook wanneer dit nadeel, spanning of conflicten met zich meebrengt.
  • Respecteert de persoonlijkheid en de normen en waarden van anderen.
  • Geeft oprechte informatie over zijn standpunt met betrekking tot zaken zoals beroepsethiek, veiligheid en milieu.
  • Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen.
  • Meldt gemaakte fouten en neemt uit eigen beweging stappen om schade bij patiënten of collega’s te compenseren en te beperken.
  • 'Laten zien dat men zich goed bewust is van wat andere mensen in hun eigen omgeving voelen en wensen, tonen dat men daarmee op passende wijze rekening houdt.'

  • Laat merken dat hij andere normen en waarden respecteert.
  • Toont begrip voor ethische of morele problemen van anderen.
  • Houdt rekening met de instelling en de wensen van studenten.
  • Reflecteert, verwoordt gevoelens en behoeften van anderen.
  • Ontziet een ander bij een pijnlijk punt in het gesprek.
  • Houdt zich bij de kern van de zaak, vermijdt vragen naar persoonlijke omstandigheden die niet van belang zijn.
  • Toont waardering en spreekt vertrouwen uit in de patient, de assistenten en de verzorgers
  • Toont respect voor de persoonlijkheid en de mogelijkheden van de patiënten
  • Richt eigen gedrag naar het gedrag en de emoties van een gesprekspartner.
  • Geeft patiënten de ruimte om hun angsten en noden aan de orde te stellen.
  • Toont bij weerstand en onbegrip respect voor de persoonlijkheid en begrip voor de gevoelens van de patiënten
  • Geeft de patiënten ruimte om zelfstandig beslissingen te nemen en eigen wegen te kiezen, ook wanneer dat afwijkt van eigen visie
  • 'Stellen van hoge eisen aan zichzelf en aan de resultaten die worden geproduceerd. Laten zien niet tevreden te zijn met gemiddelde prestaties. Zichzelf ontwikkelen om kwaliteit te leveren, hoog te presteren, succes te behalen.'

  • Werkt hard om hoge prestaties te kunnen leveren.
  • Spreekt enthousiast over zijn praktijk zijn vak, zijn patiënten
  • Formuleert uitdagende doelen voor zichzelf.
  • Streeft zelf naar verantwoordelijkheid en zelfstandigheid en bevordert dit gedrag bij zijn assistenten en patiënten
  • Stimuleert eenieder om goede prestaties te leveren.
  • Grijpt kansen, creëert mogelijkheden voor verdere ontwikkeling.
  • Levert uitstekende prestaties.
  • Doet meer dan wordt gevraagd.
  • Is gericht op voortdurende, stapsgewijze verbeteringen.
  • Stelt zich verantwoordelijk voor kwaliteit van de medische zorg.
  • Zet zich in om collega's, assistenten en patiënten te helpen het resultaat te verbeteren.
  • Reserveert tijd en energie voor eigen ontwikkeling binnen het vakgebied.
  • "Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook als het een onderwerp betreft dat niet onmiddellijk van persoonlijk belang is"´

  • Wisselt kennis en technieken uit met collega's
  • Levert iets van eigen belangen in om een gezamenlijk resultaat te bereiken.
  • Helpt anderen om eigen doelen te bereiken.
  • Steunt voorstellen van anderen. Bouwt daarop voort in de richting van een gemeenschappelijk doel.
  • Denkt mee en levert bijdragen, terwijl er geen persoonlijk belang bij speelt.
  • Zet zich in voor het bereiken van win-win oplossingen.
  • Laat merken dat hij inspanningen en hulp van anderen waardeert.
  • Biedt zelf hulp aan, helpt daadwerkelijk.
  • Onderneemt concrete acties om onderlinge spanningen te verminderen.
  • Helpt bij het oplossen van problemen en conflicten.
  • Kijken en luisteren
  • "Tonen belangrijke informatie op te nemen in gesprekssituaties en bij observaties. Reageren op verbale en non-verbale signalen, doorvragen tot de informatie compleet is en de situatie helder."

  • Laat mensen uitspreken.
  • Houdt voortdurend oogcontact met de gesprekspartners
  • Last pauzes in om patiënten de gelegenheid te geven zich volledig te uiten.
  • Geeft door gedrag en houding duidelijk blijk van interesse voor hetgeen de patiënt inbrengt.
  • Reageert bewust op lichaamstaal en andere kleine signalen met vragen.
  • Toetst regelmatig of hij begrepen heeft wat de ander wilde zeggen.
  • Geeft in woorden terug wat hij meent te zien en horen, om dit te laten bevestigen door de ander.
  • Geeft een heldere samenvatting van wat eerder is gezegd.
  • Komt terug op wat er eerder aangeroerd maar nog niet vervolgd.
  • Vraagt opheldering of nadere informatie om een vollediger beeld te krijgen.
  • Blijft vragen stellen als hij de indruk heeft dat de ander nog niet alles heeft gezegd.
  • "Zich houden aan de afspraken, aan de stappen, aan de voorwaarden en aan de beoogde resultaten van een proces. Zich richten naar de wensen en bedoelingen van de ander."

    "Zich richten op het tegemoetkomen aan wensen en behoeften van cliënten en consumenten. Een hoge prioriteit toekennen aan afwerking, gebruikersgemak, veiligheid en service. Tevredenheid toetsen bij de cliënten."

    "Verkrijgen en herkennen van belangrijke informatie, verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van mogelijke oorzaken van verschijnselen, zoeken naar ter zake doende gegevens. Het beeld completeren en vastleggen."

    "Afwegen van beschikbare informatie en op basis daarvan tot een oordeel komen met in achtneming van de beroepscode en algemeen aanvaarde normen en waarden."

    "Zich toegewijd gedragen volgens gevestigde regels, gedragscodes, procedures, protocollen en voorschriften, ook bij tegenvallers en teleurstelling. Bij twijfel aan de juistheid, de toepasbaarheid of de doelmatigheid van regels en voorschriften, bevestiging en onderbouwing zoeken bij de juiste bron."

     

    1. Teamrollen
    2. Brononderzoeker:

      Netwerken, steeds zoeken naar nieuwe ideeën voor betere hulpverlening.

      Specialist:

      Bron van gespecialiseerde vakkennis, deskundigheid, technische vaardigheden, professionele standaarden

      Bedrijfsman:

      Moet woorden in daden omzetten, daadwerkelijke praktische hulp verlenen

      Voorzitter:

      Moet kunnen optreden als voorzitter in overlegsituaties met andere disciplines en op vakgerichte bijeenkomsten.

       

    3. Persoonlijkheidskenmerken (schalen van 1-10)

    Niet lager dan 7 op de schaal voor "sociaal vaardig".

    Niet lager dan 6+ op de schaal voor "sympathiek".

    Niet lager dan 8 op de schaal voor "werkinstelling":

    Niet lager dan 8 op de schaal voor "stabiliteit":

    Niet lager dan 7 op de schaal voor "toegankelijkheid":

    IV Overige competenties:

    De voor de specifieke taak en functie relevante opleidingen, bevoegdheden, registraties, praktijkervaring.


    NB:
    Dit beroepsprofiel is geconstrueerd met behulp van de bouwmaterialen materialen en hulpbronnen van het boek "Competent Communiceren". Deze beschrijving is algemeen en tegelijk uitgebreid gehouden. Het beeld kan door iedereen worden aangevuld of gereduceerd wanneer men tot een concreet functie- of competentieprofiel wilt komen van een huisarts , anesthesist, internist, psychiater of een andere specialist in een van de vele medische disciplines.
    Copyright 2000-2008 w.m.van osch en h.b.m van de wiel - Laatst bijgewerkt 8-2-2008 Li Po

    Home Functie database Vragen of tips over deze functie kunt u zenden naar: Wim van Osch