Gehanteerde begrippen en woorden bij resultaatgericht werken en resultaatgericht aansturen.
Bezon (uitspraak Beezon)
B.E.Z.O.N staat voor "betrekkelijk zelfstandig ordenend netwerk". Betrekkelijk zelfstandig, want hoewel dit netwerk autonoom functioneert, is het altijd verbonden met andere netwerken en dus ook in zekere mate daarvan afhankelijk.In het Bezonconcept wordt de hele natuur benaderd alsof het een in vele lagen opgebouwde aaneenschakeling is van op zichzelf telkens verschillende, onderling verbonden elementen.
Wanneer verschillende elementen zich met elkaar verbinden ontstaat een complexere eenheid, een bezon, die
kwaliteiten bezit of waarin processen verlopen die niet in de oorspronkelijke elementen aanwezig zijn.
Big Five gedragsgebieden.
De vijf gedragsgebieden van de Big Five zijn: (1) sociaal vaardig, (2) sympathiek, (3) werkinstelling, (4) stabiliteit en (5) toegankelijkheid. Dit zijn in beginsel geen competenties maar methodisch gedefinieerde, goed van elkaar te onderscheiden, zichtbare en meetbare gedragsvormen. Deze gedragsvormen kunnen door geschoolde observators bij personen worden waargenomen en met geijkte psychologische instrumenten worden opgemeten. De mate waarin een van deze gedragsvormen in een testsituatie wordt waargenomen wordt uitgedrukt in een scoregetal op een maatlat tussen 0 en 10. Daarbij vertegenwoordigt het ene uiteinde (0) het tegenovergestelde gedrag en het andere uiteinde (10) het maximaal mogelijke gedrag van deze vorm. Elke sociale situatie vraagt om het in enige mate kunnen vertonen van deze vijf algemene gedragstypen. Dat houdt in dat zij minder geschikt zijn om als gedragscompetenties te functioneren die aan werksituaties specifieke vereisten verbinden. Immers iedereen die normaal functioneert vertoont in elke situatie in min of meerdere mate deze gedragsvormen. De gedragsvormen die gedefinieerd zijn binnen de Big Five geven met elkaar samen een indruk van de algemene geschiktheid, "fitness" van een persoon. Zie voor meer informatie hierover: Competenties als elementen in een evoluerend organisatie proces .
Competentie
Herkenbaar complex van gedragingen waar we een naam aan kunnen geven en dat in veel situaties in verband kan worden gebracht met succes of falen.
Gedragscompetentie
Succesvol werkgedrag. Het betreft gedrag dat zichtbaar en functioneel is in een werksituatie en waartoe de uitvoerder bereid, bevoegd en in staat is.
Deze definitie is belangrijk omdat het element "bereidheid" tot uitdrukking brengt dat een competentie een belangrijke emotionele component bevat.
Drempelcompetenties:
Deze competenties zijn nodig om te kunnen functioneren, maar zijn niet onderscheidend voor middelmatig of succesvol functioneren. Bijvoorbeeld: "kunnen lezen".
Differentiërende competenties: Naarmate deze competenties meer aanwezig zijn onderscheiden succesvolle werkers zich meer van middelmatige werkers. Bijvoorbeeld: "inzet"
Formele competenties
Dit betreft voor het functioneren vereiste bevoegdheden en certificaten. Bijvoorbeeld."diploma en registratie als verpleegkundige".
Competentieprofiel
Beschrijving van een functie waarin te behalen resultaten, kritieke situaties, vereist gedrag en overige competenties expliciet en op een objectief toetsbare wijze worden benoemd.
Emergent
Emergent betekent: spontaan optredend, te voorschijn tredend. Een emergente kwaliteit of emergent gedrag is het gevolg van toegenomen complexiteit wanneer verschillende elementen of processen tot een groter geheel verbonden worden. De emergente kwaliteit of het emergente gedrag is dan een kwaliteit van het nieuwe object of de nieuwe groep die geheel niet of niet in die mate of met die kwaliteit, aanwezig is bij een van de afzondelijke elementen.
Feedback
Letterlijk: terugkoppeling. Aan de medewerker vertellen welk gedrag werd waargenomen en wat de waarnemer daarvan vindt is een voorbeeld van feedback.
Fractal
Een fractal is een ding, een afbeelding of een wiskundige formule die bij nadere beschouwing bestaat uit, of ontstaat uit, een voortdurende herhaling van steeds dezelfde patronen of processen. In feite zijn alle natuurlijke vormen samengesteld uit fractals. Voor goede voorbeelden van fractals kun je denken aan wolken of aan een bloemkool, maar ook aan vele tekeningen van Escher.
Functie
De bijdrage die van een medewerker wordt verwacht voor het behalen van de ondernemingsresultaten.
Functieprofiel, functie-analyse
Beschrijving van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Vergelijk competentieprofiel. Ook combinaties van functieprofielen en competentieprofielen of de verkorte vorm daarvan, zoals opgenomen in een personeelsadvertentie.
Fuzzy logic
Fuzzy Logic is een logisch denksysteem dat rekening houdt met de mogelijkheid dat iets best gedeeltelijk waar kan zijn. Klassieke logica kent slechts twee waarden. Iets is juist of iets is onjuist. Fuzzy logic voegt daar het idee van "gedeeltelijk waar of onwaar zijn" aan toe. Je ziet zelden primaire kleuren in de natuur, meestal zijn het mengvormen. Bij debatten is de kern van de zaak vaak niet echt wit of zwart, waar of onwaar, maar een mengvorm, grijs. In de technische wereld wordt fuzzy logic heel practisch toegepast voor besturing van systemen die voortdurend snel van richting en plaats veranderen.
Gedragscompetentie
Verzameling van gedragingen die specifiek en observeerbaar zijn en die op een logische en betrouwbare manier aan deze gedragscompetentie kunnen worden gekoppeld.
Gen
Biologische drager van de informatie voor een specifieke erfelijke eigenschap in een cel.
Genoom
De complete set genen van een organisme.
Iteratief
Een iteratief proces wordt gekenmerkt door stelselmatige herhaling van onderdelen van het proces, zij het met instelbare, veranderlijke waarden, waardoor allerlei variaties en vertakkingen in het resulterende patroon kunnen optreden. Fractals en recursieve processen, zie aldaar, vertegenwoordigen typische voorbeelden van iteratieve processen.
Meem (of Meme)
Samenhangend, herkenbaar informatiepakket, dat zich van de ene informatie drager (bijvoorbeeld een boek of het internet) kan verspreiden naar andere informatiedragers(bijvoorbeeld onze breinen). Memen kunnen deuntjes, talen of specifieke woorden zijn, (gedeelten van) ideeën, logo's, waarden, etc., etc. Het kenmerkende van memen is dat zij onafhankelijk van de toevalige dragers kunnen bestaan en zich gemakkelijk als een soort informatievirus door de wereld kunnen verspreiden.
Kritieke situatie
Werksituatie die typerend is voor succes of falen in de functie. Wordt o.a. gebruikt als hulpmiddel om vast te stellen welke resultaten en welke gedragskenmerken bij het coachen speciale aandacht zullen vragen van de leidinggevende en welke gedragskenmerken van het grootste belang zijn bij een selectieproces.
Operationalisatie
Concreet voorbeeld van het met de gedragscompetentie aangeduide gedrag in een werksituatie.
Prestatie-indicator
Een objectiveerbare maatstaf voor een te behalen resultaat, respectievelijk een te verwerven vaardigheid.
Recursief
Zichzelf herhalend. Een proces is recursief als een van de stappen waar het proces uit bestaat vraagt om herhaling van het volledige proces. En zo vervolgens, want binnen een recursief proces herhaalt zich steeds weer hetzelfde proces. In principe komt er nooit een einde aan een recursief proces. Maar er is altijd een momentopname mogelijk van de stand van zaken. Ter gedachtenbepaling valt te denken aan Eschers voorstellingen van de zichzelf voedende waterval, de als maar via afdalende trappen in een kringetje rondlopende, op de zelfde plaats terugkerende monniken of van de zich zelf tekenende handen. De momentopname levert het concrete product van het voortgaande recursieve proces. De bekende, elkaar omsluitende Russische poppetjes kunnen we zien als voorbeeld van zo'n momentopname. Als deze recursieve reeks poppetjes zich eindeloos zou voortzetten zouden er snel poppetjes zijn die door hun geringe afmetingen niet meer zichtbaar (en voor velen ook niet meer relevant) zouden zijn. Hofstadter geeft ook voorbeelden daarvan in de muziek van Bach. Een andere vorm van recursiviteit komt neer op het zichzelf omvatten. Een voorbeeld van dat type is "de verzameling van alle verzamelingen" en een ander voorbeeld is een muziekstuk van Bach dat de naam van Bach zelf bevat.
Resultaat
Gevolg, effect van het uitvoeren van handelingen.
Resultaatgebied
Een verzameling door het bedrijf, een afdeling of een medewerker te bereiken effecten, die op een logische en betrouwbare manier aan de voor het resultaatgebied gekozen benaming kunnen worden gekoppeld.
STAR
Situatie, Taak, Actie, Resultaat. Benaming voor een methodische gesprekstechniek die er op berust dat aan de ondervraagde achtereenvolgens wordt gevraagd:
- een relevante situatie te beschrijven,
- aan te geven wat zijn taak daarbij was,
- welke actie hij heeft ondernomen,
- wat daarvan het resultaat is geweest.
Taak
De inhoud van een opdracht om bepaalde activiteiten te verrichten.
Teamrollen.
Groepsdynamische functies zoals formele of informele leider, expert, waarschuwer, ideeënman, etc., die noodzakelijk vervuld moeten worden voor het succesvol functioneren van een team. Het kunnen vervullen van een specifieke teamrol is te beschouwen als een bijzondere gedragscompetentie. Zie ook Belbin.
Zelforganisatie
Reactie als gevolg van toenemende complexiteit, in de vorm van een herkenbaar en benoembaar (gedrags)patroon of een herkenbaar en voorspelbaar proces.
Zelfsturing
Organisatieterm voor de (mate van) beslissingsvrijheid die wordt toegekend aan personen, groepen, bedrijfs of concernafdelingen.
Laatst bijgewerkt: 2-7-2010 WvO