Functieanalist
I Resultaatgebieden:
- Functieanalyses
Betreft het methodisch, door middel van interviews, eigen waarneming en verder onderzoek, verzamelen van gegevens over functies van personen en groepen binnen organisaties en het ontwikkelen van functiebeelden ten behoeve van selectie, training, plaatsing, coaching, onderlinge afstemming, inpassing en waardering van medewerkers.
Prestatie-indicatoren:
- De mate waarin relevante functiecriteria, in overleg met betrokkenen en belanghebbenden, methodisch zijn gedetermineerd en afweegbaar zijn gemaakt..
- Productie van realistische functiebeelden in heldere, voor ieder begrijpelijke taal.
- De beschrijvingen leiden niet tot fixatie en verstarring van de organisatie, in tegendeel: motiveren tot inzet, leiden tot groei en ontwikkeling van medewerkers en onderneming.
- De mate van acceptatie door medewerkers, managers, begeleiders en belangenbehartigers.
- Functie-eisen en functiewaardering
Betreft het bepalen en afwegen van vereisten voor een goed functioneren en het bepalen van een verantwoorde salariëring in specifieke functies, in relatie tot het algemene beloningsbeleid, de actuele locale salarisverhoudingen, de arbeidsmarktsituatie, de concrete behoeften en de financiële mogelijkheden van de onderneming.
Prestatie-indicatoren:
- Realistische functie-eisen.
- Acceptabele beloningstrategieën, conform heersende mode en "state of the art".
- Mate waarin betrokkenen en belanghebbenden met behulp van deze uitkomsten gevoelens van openheid, rechtvaardigheid en gelijkheid van behandeling ondervinden.
- Expertise, functie- en organisatieadviezen
Betreft het professioneel en onafhankelijk adviseren van medewerkers, werkgroepen, personeelvertegenwoordigers, beroepsinstanties, managers en personeelsfunctionarissen met betrekking tot een betere, dan wel de juiste, inrichting en waardering van functies, een betere inrichting van de werkorganisatie, de samenwerkingspatronen, de functie-eisen en de opleidingstrajecten.
Prestatie- indicatoren:
- Kwaliteit van de adviezen en hun onderbouwing.
- Deskundigheid binnen het werkveld: kennis van de werkwijzen van de productie, het management en het personeelbeheer in allerlei soorten van bedrijven en beroepen.
- Getoonde kennis en inzicht op het gebied van bedrijfsorganisatie, arbeidskunde, arbeidsmarkt en bedrijfscommunicatie, zowel in theorie als in praktijk.
- Ontwikkelen
Betreft het zelfstandig of met een team van terzake deskundigen, ontwikkelen van methoden voor methodisch onderzoek, vastlegging en onderlinge vergelijking en van strategieën voor opleiding, werving en honorering van nieuwe, buitengewone functies of groepen van functies.
Prestatie- indicatoren:
- Ziet nieuwe ontwikkelingen aankomen, signaleert die tijdig.
- Heeft visie, komt met originele ideeën.
- Beschikt over een effectief netwerk
- Wordt geaccepteerd en zelfs gevraagd als deskundige bij nieuwe beleidsontwikkelingen op het gebied van honorering, opleiding, organisatie- en arbeidsmarktstructurering.
II Kritieke situaties
- Slordige analyses, fouten, apert onhaalbare adviezen.
- Management volgt eigen politieke wil, niet toegankelijk voor enig professioneel advies.
- Sterke politieke druk op het afgeven van gewenste honoreringsadviezen.
- Tegenwerking, in plaats van steun, begrip of medewerking van collega’s en andere professionals
- Omkoopbaarheid, corruptie, te grote beïnvloedbaarheid onder pressie.
III Gedragscompetenties
- Gedragstypen en voorbeelden
'Laten zien dat men zich goed bewust is van wat andere mensen in hun eigen omgeving voelen en wensen, tonen dat men daarmee op passende wijze rekening houdt.
Prestatie- indicatoren:
- Laat duidelijk merken dat andere normen en waarden gerespecteerd worden.
- Toont begrip voor ethische of morele problemen van anderen.
- Houdt rekening met de instelling en de wensen van anderen.
- Houdt zich bij de kern van de zaak, vermijdt vragen naar persoonlijke omstandigheden die niet van belang zijn.
- Toont waardering en spreekt vertrouwen uit.
- Toont ondanks weerstand en onbegrip respect voor de ander.
- Relaties tot stand brengen.
Zich zonder moeite onder andere mensen begeven. Gemakkelijk naar anderen toestappen en zich gemakkelijk in gezelschap mengen.
Prestatie- indicatoren:
- Gemakkelijk, spanningsloos en heel natuurlijk, in contact komen met anderen.
- Naar mensen toe stappen en hen aanspreken. Niet altijd wachten tot men wordt aangesproken.
- Zoeken naar gemeenschappelijke belangstellingsgebieden.
- Onderwerpen inbrengen die van belang zijn voor de ander.
- Netwerken opbouwen.
- Mensen met elkaar in contact brengen.
Tonen belangrijke informatie op te nemen in gesprekssituaties en bij observaties. Reageren op verbale en non-verbale signalen, doorvragen tot de informatie compleet is, tot de situatie helder is en men elkaar over en weer volledig verstaat.
Prestatie- indicatoren:
Met gedrag en houding blijk geven van interesse voor wat de ander inbrengt.
Regelmatig toetsen of is begrepen wat de ander wilde zeggen.
In woorden terug geven wat men meent te zien en horen. Dit laten bevestigen door de cliënt.
Een heldere samenvatting geven van wat door iedereen is gezegd.
Terug komen op wat er eerder in het gesprek werd aangeroerd maar nog niet werd vervolgd.
Om opheldering of nadere informatie vragen voor een vollediger beeld.
Vragen blijven stellen als de indruk bestaat dat de ander nog niet alles heeft gezegd.
- Gebruik van het voertuig taal.
"Ideeën en meningen duidelijk maken met helder taalgebruik, passende lichaamstaal en goede stijlvormen. De taal mondeling en schriftelijk correct gebruiken, aangepast aan de doelgroep."
Prestatie-indicatoren:
- Gebruikt heldere, korte zinnen.
- Gebruikt geen jargon, legt vaktermen uit.
- Spreekwijzen en taalvormen passen bij de wereld van de toehoorders.
- Verstrekte informatie wordt met duidelijke voorbeelden geïllustreerd .
- De schriftelijke productie bestaat uit heldere rapporten en teksten.
"Informatie en diensten professioneel aanbieden. Zich presenteren zoals de beroepsgroep zich wil tonen aan de buitenwereld."
Prestatie-indicatoren:
- Zich gedragen volgens de beroepscode en de geldende maatschappelijke normen.
- Correcte bejegening van management, medewerkers en belangenbehartigers.
- Aandacht besteden aan kleding en persoonlijke verzorging.
- Stijl en uitstraling vertonen, passend bij het beroep en bij de gelegenheid.
- Taal en stijl aanpassen bij wat de cliënt of de situatie vraagt.
- De kern van een zaak duidelijk, kort en bondig overbrengen.
- Direct op vragen en reacties reageren, zonder het doel of de structuur van de bijeenkomst of van het betoog uit het oog te verliezen.
- Kalm en correct blijven, ook als er gespannen of boos wordt gereageerd.
"Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook als het een onderwerp betreft dat niet onmiddellijk van persoonlijk belang is"
Prestatie- indicatoren:
Wisselt kennis en technieken uit met collega's
Helpt anderen om eigen doelen te bereiken
Steunt voorstellen van anderen. Bouwt daarop voort in de richting van een gemeenschappelijk doel
Denkt mee en levert bijdragen, terwijl er geen persoonlijk belang bij speelt
Zet zich in voor het bereiken van win-win oplossingen
Laat merken dat inspanningen en hulp van anderen worden gewaardeerd.
Biedt zelf hulp aan, helpt daadwerkelijk
Vermindert onderlinge spanningen
Lost problemen en conflicten op.
'Stellen van hoge eisen aan zichzelf en aan de resultaten die worden geproduceerd. Laten zien niet tevreden te zijn met gemiddelde prestaties. Zichzelf ontwikkelen om kwaliteit te leveren, hoog te presteren, succes te behalen.'
Prestatie- indicatoren:
- Werkt hard.
- Spreekt enthousiast over het bedrijf, de functie, het vak, de cursisten.
- Formuleert uitdagende doelen voor zichzelf
- Gedraagt zich verantwoordelijk en zelfstandig, bevordert dit gedrag bij anderen.
- Grijpt kansen, creëert mogelijkheden voor verdere ontwikkeling.
- Stelt zich verantwoordelijk voor kwaliteit van de dienstverlening
- Reserveert tijd en energie voor eigen ontwikkeling binnen het vakgebied.
'Zich rechtschapen, eerlijk en onkreukbaar gedragen, overeenkomstig algemeen geldende sociale en professionele normen."
Prestatie- indicatoren:
Geeft de werkelijkheid correct weer.
- Staat voor wat hij zegt.
- Houdt zich aan de regels van het beroep en de organisatie.
- Handhaaft zijn professionele oordeel, ondanks pressie.
- Geeft duidelijk aan wanneer een verlangde actie buiten eigen normen of de beroeps-, respectievelijk instellingsnormen valt.
- Houdt aan algemene en professionele gedragsnormen vast, ook wanneer dit nadeel, spanning of conflicten met zich meebrengt.
- Respecteert de persoonlijkheid en de normen en waarden van anderen.
- Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen.
- Meldt gemaakte fouten en neemt uit eigen beweging stappen om schade te compenseren of te beperken.
"Zich richten op het tegemoetkomen aan wensen en behoeften van cliënten en consumenten. Een hoge prioriteit toekennen aan afwerking, gebruikersgemak, veiligheid en service. Tevredenheid toetsen bij de cliënten."
Prestatie- indicatoren:
Reageert snel en passend op vragen om hulp.
Neemt het belang van de cliënt als uitgangspunt.
Stelt zich in op het afleveren van perfect maatwerk
Geeft een helder beeld van te bereiken resultaten, het tijdstraject en de fasering van het proces
Geeft ruimte voor aanpassingen onderweg en voor later bijkomende wensen.
Aanvaardt verantwoordelijkheid voor gemaakte fouten.
"Zich toegewijd gedragen volgens gevestigde regels, gedragscodes, procedures, protocollen en voorschriften, ook bij tegenvallers en teleurstelling. Bij twijfel aan de juistheid, de toepasbaarheid of de doelmatigheid van regels en voorschriften, bevestiging en onderbouwing zoeken bij de juiste bron."
Prestatie- indicatoren:
Ziet de grenzen van de professionele en persoonlijke verantwoordelijkheden en geeft die ook aan.
Signaleert incidenten, bijzondere situaties en nieuwe acties.
Houdt zich strikt aan geldende regels en voorschriften.
"Zich houden aan de afspraken, aan de stappen, aan de voorwaarden en aan de beoogde resultaten van een proces. Zich richten naar de wensen en bedoelingen van de ander."
Prestatie- indicatoren:
Komt uit voor persoonlijke betrokkenheid bij het wel en wee van de cliënt
Cliënten worden niet afgevallen in het bijzijn van anderen.
Geeft dekking en steun aan collega's die worden aangevallen.
Richt zich naar de waarden en normen van bedrijf en beroep.
Komt afspraken na, ook al is dat niet in eigen belang
Staat achter beslissingen die voor de cliënt nuttig zijn, ook als dat weerstand oplevert
Zet zich in om bedrijfsdoelen te realiseren, ook wanneer men zelf een ander beleid zou willen toepassen
Reageren op problemen en kansen door het veranderen van stijl en gedrag wanneer dat nodig is voor het bereiken van het gewenste resultaat.
Prestatie-indicatoren:
- Houdt duidelijk rekening met de ideeën en gevoelens die opkomen bij cliënten en medewerkers, benut die voor het bereiken van goede resultaten.
- Houdt het te bereiken resultaat centraal, hecht minder belang aan de weg er heen.
- Verandert van aanpak zodra het beoogde resultaat in gevaar komt.
- Reageert scherp op weerstand, neemt een pauze, verandert van aanpak.
- Gebruikt toevallige omstandigheden om sneller of beter resultaat te verkrijgen
Zich gezond, effectief en evenwichtig blijven gedragen, goede resultaten tot stand brengen, ondanks calamiteiten, tijdsdruk, werkdruk, wezenlijke veranderingen in de werksituatie of persoonlijke omstandigheden en bij weerstand, tegenslag, teleurstelling, onrecht of pech.
Prestatie-indicatoren:
- Overzicht behouden, zakelijk, bekwaam en evenwichtig reageren bij calamiteiten en bij agressief of emotioneel gedrag van anderen.
- Professioneel blijven handelen, zich snel herstellen, wanneer zich ernstige storingen, fouten of ongelukken voordoen.
- Verantwoordelijkheid nemen nadat een fout gemaakt is.
- Methodisch blijven werken en de juiste prioriteiten stellen, wanneer van verschillende zijden tegelijk een beroep op hulpverlening wordt gedaan.
- Onder druk niet bijzonder prikkelbaar of ongeduldig worden en geen risico's nemen die normaliter niet genomen zouden worden.
- Professioneel en zakelijk werken met cliënten en collega’s, ondanks conflicten en spanningen in de groep.
Verkrijgen en herkennen van belangrijke informatie, verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van redenen en oorzaken van verschijnselen, bepalen van de meest terzake doende gegevens. Het beeld completeren en vastleggen.
Prestatie-indicatoren:
Verkregen informatie op verschillende manieren toetsen om betrouwbaar basismateriaal te verkrijgen.
Hoofd- en bijzaken duidelijk onderscheiden
Achtergrondinformatie verzamelen over de situatie, de sociale en beleidsmatige omgeving, over vergelijkbare situaties en mogelijke oplossingen.
Zoeken naar oorzaken van onjuiste, vervormde of selectieve informatie.
- Zich bewust zijn van effecten
Zien welke invloed uitgaat van en welke gevolgen kunnen optreden door eigen beslissingen, gedrag en activiteiten, bij andere personen, groepen, organisaties en disciplines.
Prestatie-indicatoren:
Rekening houden met cultuurverschillen bij cliënten, bij andere beroepen, bij andere organisaties.
Verschillen in de vaktalen en gevoelswaarde van woorden bij andere disciplines onderkennen, het nut en de beperkingen van de eigen vaktaal onderkennen.
Zicht hebben op verschillen in visie, benadering en belangen van opdrachtgevers. Daar ook rekening mee houden.
Uitleggen wat het probleem is van een andere discipline, een organisatie of van de cliënt. Waarschuwen voor onverwachte neveneffecten.
Aanvoelen wat er nodig is om verder te kunnen werken.
Gevoelig zijn voor de misverstanden en emoties die bij anderen kunnen ontstaan door het gebruik van de vaktaal. Hieruit voorkomende problemen oplossen.
Begrijpen waarom een goed bedoelde actie van een cliënt door anderen niet positief wordt opgevat. Zo'n probleem eenvoudig en zakelijk oplossen.
Zien wat de cliënt belemmert om te doen wat gedaan moet worden. Proberen de blokkades weg te nemen.
- Gedrag van groepen beïnvloeden
"Voorlichting en begeleiding geven aan een groep mensen. Onderlinge uitwisseling van ervaringen tot stand brengen, onderlinge hulp van cliënten stimuleren en vertrouwen in de positieve mogelijkheden van het groepsverband bevorderen."
Prestatie-indicatoren:
Is duidelijk over het doel en mogelijkheden van het proces
Geeft helder aan waar de inbreng van de deskundige verschilt van de inbreng van de betrokkenen. Maakt daarover duidelijke afspraken.
Zorgen voor randvoorwaarden voor het goed functioneren van het proces.
Ziet en benut de onderlinge relaties van de deelnemers voor een goede samenwerking.
Betrekt deelnemers bij het oplossen van misverstanden, spanningen en knelpunten.
Signaleert successen die zijn bereikt door of met steun van de deelnemers.
Benoemt de punten waarover men het onderling wel en niet eens is.
Toont waardering voor bereikte resultaten.
- Gedrag van personen beïnvloeden
Cliënten voorlichten, begeleiden en helpen om een weg naar optimaal functioneren in een organisatie te vinden, om maatschappelijk betere mogelijkheden of meer wenselijke omstandigheden te creëren of te verwerven en om betere mogelijkheden om maatschappelijk te functioneren of een betere lichamelijke of geestelijke gezondheid te bereiken.
Prestatie-indicatoren:
- Vertellen wat de situatie inhoudt en welke wegen leiden tot verbetering.
- In houding en intonatie overbrengen dat u vertrouwen hebt in de cliënt
- Aangeven welke inzet of inspanning nodig is om het doel te bereiken.
- Controleren of er over en weer met dezelfde woorden nog dezelfde dingen bedoeld worden.
- Zelfredzaamheid, persoonlijke verantwoordelijkheid en zelfvertrouwen stimuleren.
Teamrollen
Voorzitter:
Leidt onderzoeksgroepen en vergaderingen van deskundigen..
Specialist:
Kent het werkgebied, kent het vak
Maker/Producent:
Stelt prioriteiten, levert zichtbare resultaten.
Groepswerker:
Stimuleert en motiveert cliënten en collega’s, gaat conflicten tegen.
Persoonlijkheidskenmerken volgens de "Big Five"(in schalen van 1-10)
Niet lager dan 8 op de schaal voor "sociaal vaardig".
Deze schaal meet de mate waarin men behoefte heeft aan stimulatie door anderen
Niet lager dan 6 op de schaal voor "sympathiek".
Deze schaal meet de mate van vriendelijkheid, respect en vertrouwen voor anderen
Niet lager dan 7 op de schaal voor "werkinstelling":
Deze schaal meet de mate waarin men hoog wil presteren en integer wil zijn
Niet lager dan 8 op de schaal voor "stabiliteit":
Deze schaal meet de mate waarin men zich weinig zorgen maakt, optimistisch is en tegenslagen gemakkelijk verwerkt
Niet lager dan 7 op de schaal voor "toegankelijkheid":
Deze schaal meet de mate waarin zich openstelt voor en wil leren van nieuwe ervaringen.
IV. Overige competenties:
Opleidingsindicatie:
HBO of Academische opleiding: techniek, gedragswetenschappen, bedrijfskunde, personeel en arbeid
Vakstudies
Voortgezette studies: personeel en arbeid, cursussen gesprekstechniek, veranderkunde, conflictmanagement, etc
Ervaring
Praktische ervaring in andere functies in het HRM werkveld.
Dit beroepsprofiel is geconstrueerd naar aanleiding van een 50 jarig jubileum van de functie-analist Marc Jung. .
Copyright 2002 w.m.van osch, vrij voor persoonlijk gebruik en aanpassing in eigen kring, onder vermelding van deze bron
Laatst bijgewerkt 7-7-2007 Li Po
Home Database competentieprofielen Download deze file naar uw tekstverwerker Vragen of tips over deze functie kunt u zenden naar: Wim van Osch