Hoofd businessunit informatie (subsidie/sponsoring).

Resultaatgebieden:

Deskundigheid
Betreft het permanent op de hoogte zijn van actuele locale, nationale en internationale informatie en bronnen voor informatie die verband houden met verwerving van subsidies of sponsoring voor evenementen, objecten of projecten op allerlei gebied.
Prestatie-indicatoren:

Acquisitie

Betreft de productie en de resultaten van schriftelijke publicaties zoals brochures en Internetdocumenten en verder het klantencontact, met name waar dat gericht is op het verwerven, behouden en vervolgen van (subsidie of sponsoring)projectopdrachten.
Prestatie-indicatoren:

Informatieverwerving en voorziening

Betreft het actief opsporen, inventariseren en analyseren van informatie over mogelijkheden en wensen voor subsidiëring of sponsoring van concrete evenementen, objecten en projecten, het verzamelen en bewerken van deze gegevens, het samenstellen van plannen, tijdlijnen, procedures en overzichten daarvoor, het signaleren van mogelijkheden en knelpunten, het aandragen en uitwerken van alternatieven en oplossingen.
Prestatie-indicatoren:

Leiding

Betreft het leidinggeven aan en coachen van de medewerkers, adviseurs, secretaressen en stagiaires, het inrichten van de werkorganisatie, het bewaken van de voortgang en de kwaliteit van het werk.
Prestatie-indicatoren:

Kritieke situaties

  1. Corruptie, fraude.
  2. Oneigenlijk of onjuist gebruik van subsidies of subsidiemogelijkheden.
  3. Onjuiste informatie gebruiken, aan klanten verstrekken of via media verspreiden.
  4. Vertrouwelijke informatie van klanten prijsgeven.
  5. Organisatorische, financiële of technische debacles door slordigheden of procedurefouten bij de uitvoering of door falen bij de analyse van de vraag bij de intake, respectievelijk bij de haalbaarheidsstudie voor het projectontwerp
  6. Opdrachten missen, klanten verliezen, door onzorgvuldig gedrag of door gemis aan sociale vaardigheden
  7. Geen overzicht hebben van de afdelingstaken en van de stand van zaken van belangrijke projecten.
  8. Slechte pers, slechte reputatie, bij voorbeeld als gevolg van slechte kwaliteit van publicaties of bij uitvoering van projecten.

Gedragscompetenties

Gedragstypen en voorbeelden

Gevoelig zijn
Laten zien dat men zich goed bewust is van wat andere mensen in hun eigen omgeving voelen en wensen, tonen dat men daarmee op passende wijze rekening houdt.
Prestatie- indicatoren:

Relaties tot stand brengen.
Zich zonder moeite onder andere mensen begeven. Gemakkelijk naar anderen toestappen en zich gemakkelijk in gezelschap mengen.
Prestatie- indicatoren:

Gebruik van het voertuig taal.
Ideeën en meningen duidelijk maken met helder taalgebruik, passende lichaamstaal en goede stijlvormen. De taal mondeling en schriftelijk correct gebruiken, aangepast aan de doelgroep.
Prestatie-indicatoren:

Presenteren
Informatie en diensten professioneel aanbieden. Zich presenteren zoals de beroepsgroep zich wil tonen aan de buitenwereld.
Prestatie-indicatoren:

Samenwerken
Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook als het een onderwerp betreft dat niet onmiddellijk van persoonlijk belang is.
Prestatie- indicatoren:

Initiatief
Aankomende problemen en kansen signaleren en daarnaar handelen. Tot acties overgaan voordat een probleem zich voordoet of een kans verdwijnt.
Prestatie- indicatoren:

Inzet
Stellen van hoge eisen aan zichzelf en aan de resultaten die worden geproduceerd. Laten zien niet tevreden te zijn met gemiddelde prestaties. Zichzelf ontwikkelen om kwaliteit te leveren, hoog te presteren, succes te behalen.
Prestatie- indicatoren:

Vasthoudendheid
Bij een plan of een standpunt blijven tot een gewenst resultaat is bereikt of redelijker wijs niet meer bereikbaar kan zijn.
Prestatie- indicatoren:

Integriteit
Zich rechtschapen, eerlijk en onkreukbaar gedragen, overeenkomstig algemeen geldende sociale en professionele normen.
Prestatie- indicatoren:

Kwaliteitsbesef
Zich richten op het tegemoetkomen aan wensen en behoeften van cliënten en consumenten. Een hoge prioriteit toekennen aan afwerking, gebruikersgemak, veiligheid en service. Tevredenheid toetsen bij de cliënten.
Prestatie- indicatoren:

Flexibel gedrag
Reageren op problemen en kansen door het veranderen van stijl en gedrag wanneer dat nodig is voor het bereiken van het gewenste resultaat.
Prestatie-indicatoren:

Creativiteit
Met oorspronkelijke oplossingen komen voor beroepsmatige problemen. Nieuwe werkwijzen of nieuwe toepassingen bedenken.
Prestatie-indicatoren

Zich bewust zijn van effecten
Zien welke invloed uitgaat van en welke gevolgen kunnen optreden door eigen beslissingen, gedrag en activiteiten, bij andere personen, groepen, organisaties en disciplines.
Prestatie-indicatoren:

Gedrag van personen beïnvloeden
Cliënten voorlichten, begeleiden en helpen op hun weg om maatschappelijk betere mogelijkheden of meer wenselijke omstandigheden te verwerven, naar betere mogelijkheden om maatschappelijk zelfstandig te functioneren of om een betere lichamelijke of geestelijke gezondheid te bereiken.
Prestatie-indicatoren:

Coachen: medewerkers en cliënten begeleiden naar de hoogst mogelijk bereikbare resultaten.
In intensieve gesprekken de grenzen van het voor hen mogelijke aftasten door stelselmatig naar hen terug te koppelen, samen met hen oorzaken van successen en van falen na te gaan, alle mogelijkheden tot verbetering te onderzoeken, hen te bemoedigen en steeds concretere aanwijzingen te geven en passende oefeningen aan te bieden.
Prestatie-indicatoren:

Teamrollen

Voorzitter
Moet diverse informatie-, overleg- en beslissingsbijeenkomsten leiden.

Specialist/Brononderzoeker/Bedenker
Is specifiek deskundig op een ingewikkeld terrein vol voetangels en klemmen, is daarbij voortdurend op zoek naar realistische en haalbare oplossingen voor soms lang vastzittende problematiek

Bedrijfsman/Afmaker-nadenker:
Gaat praktisch en methodisch aan de gang met het realiseren van de oplossingen.
Blijft checken of alles wel glad loopt en er niets fout gaat of wordt vergeten

Belangrijkste persoonlijkheidskenmerken volgens de "Big Five"(in schalen van 1-10):

Niet lager dan 8 op de schaal voor "sociaal vaardig".
Deze schaal meet de mate waarin men behoefte heeft aan stimulatie door anderen
Niet lager dan 7 op de schaal voor "werkinstelling":
Deze schaal meet de mate waarin men hoog wil presteren, integer wil zijn en tegenslagen gemakkelijk verwerkt
Niet lager dan 8 op de schaal voor "toegankelijkheid":
Deze schaal meet de mate waarin zich openstelt voor en wil leren van nieuwe ervaringen.

IV. Overige competenties:

Opleidingsindicatie:

Academische opleiding: Recht, talen, techniek, bedrijfskunde, bedrijfskunde, economie, etc.
Vakstudies

Voortgezette studies: bijvoorbeeld: bedrijfscommunicatie, internationaal overheids- of ondernemingsrecht, bedrijfsadministratie en dergelijke.
Ervaring

Ervaring met voorlichtingsactiviteiten, overheids- of bedrijfscommunicatie, nieuwsgaring, redactionele bezigheden op behoorlijk niveau.


Resultaatgericht competentieprofiel. Laatst bijgewerkt: 7-7-2007 Li Po Copyright 2002 W.M. van Osch. Vrij voor eigen gebruik, mits bronvermelding
Dit competentieprofiel is geconstrueerd op basis van praktijk informatie afkomstig van Sjoerd van de Meulen en verder met behulp van de bouwmaterialen materialen en hulpbronnen van het boek "Competent Communiceren". Het profiel kan gemakkelijk worden aangevuld en gewijzigd wanneer u een profiel van een andere functie wilt maken. NB: Lipo is ook geïnteresseerd in uw competentieprofielen. Wij ontvangen graag voorbeelden van profielen die door anderen zijn opgesteld. Als u mee wilt doen kunt u uw teksten opzenden naar wim@van-osch.com . Leuke profielen zullen net als deze worden geplaatst met bronvermelding.
Home Database competentieprofielen Download deze file naar uw tekstverwerker Vragen of tips over deze functie kunt u zenden naar: Wim van Osch