MIJN KUNST IS GEMEENSCHAPSKUNST.
Het gangbare idee van kunst in
de openbare ruimte is een beeld op een sokkel, een muurschildering of een
onduidelijk object op een rotonde.
Dat het heel anders kan, bewijst
kunstenaar Jeanne van Heeswijk.
Als een nomade trekt zij langs
Nederlandse en buitenlandse steden om in nauwe samenspraak met bewoners,
bestuurders en beheerders kunstprojecten te realiseren.
Marijke Bovens (Tijdschrift Binnenlands Bestuur WK 36 d.d. 9 sept. 2005)
Op het uiterste puntje van IJburg, waartramlijn 26 een lus maakt om terug te keren naar de Amsterdamse binnenstad,staat een kobaltblauwe villa.Ondanks de felle kleur zal geen passant het gebouw opmerken, want het wordt aan alle kanten aan het zicht onttrokken door hogere appartementencomplexen. Slechts één opening in de gesloten wanden van Blok 35 biedt uitzicht op braakliggende terreinen met aan de horizon het succesvolle IJburgse stadsstrand Blijburg
'Ik zag dit huis op tekening en was meteen verkocht', vertelt beeldend kunstenaar Jeanne van Heeswijk Dat was twee en een half jaar geleden, nu is zij de eerste bewoner van deze kapitale villa.Niet als koper, maar als tijdelijk huurder van het Blauwe Huis. Het pand is op haar initiatief tijdelijk onttrokken aan de woningmarkt. Toen IJburg alleen nog bestond op tekening werd zij uitgenodigd na te denken over een manier om de nieuwbouwstad een stedelijke, culturele impuls te geven. Als IJburg in 2012 klaar is,biedt de wijk woonruimte aan 45.000 mensen. Er komen scholen, winkels, kantoren, restaurants en zelfs een begraafplaats. Stedenbouwkundig is straks alles picobello op orde maar het openbare leven laat zich niet door tekenstift en vergadering dicteren.
'IJburg begint bij nul Iedereen die hier komt wonen, is er nieuw. Om het openbare leven op gang te helpen heb je een kloppend hart nodig. Daarom heb ik het Blauwe Huis bedacht. Het is geen cultureel centrum maar een soort vrijplaats, want IJburg heeft een plek nodig die je niet onder controle hebt. Een plek voor het onaangepaste. We hebben een woonstichting voor de geest opgericht die het Blauwe Huis vierjaar lang beschikbaar stelt aan kunstenaars, schrijvers en denkers. Zij mogen zes maanden in een van de units wonen. Inruil daarvoor heb ik hen gevraagd IJburg in hun werk te betrekken.'
Medebewoner van het eerste uur Rudy Luijters heeft het momentum goed benut. Bij zijn komst
aan het eind van het voorjaar heeft hij de tuin van de villa omgespit tot een moestuin.
Tussen de kruiden en kool lichten aardbeien op en halfvolwassen pompoenen.
'Sla
op IJburg, dat was er nog niet', lacht Van Heeswijk.' De bewoners van Blok35
mogen vrijelijk oogsten. Die jonge sla is al de tweede lichting.' Op de begane
grond komt een kantine, waar bewoners van het huis en van IJburg een kop koffie
kunnen drinken, de krant lezen en elkaar ontmoeten. En op de hoogste etage heeft
Filia den Hollander een bureautje ingericht om met de nieuwe bewoners van
IJburg de grondwet van de Europese Unie –tenslotte ook een gemeenschap in
wording – te herschrijven tot een die 'we wel willen', zoals zij het
omschrijft. Binnenkort betrekt de Portugese filmmaakster Daniela Paes Leao het huis.
Zij gaat een documentaire maken over de IJburgse gemeenschap.'
Van Heeswijk heeft zich laten inspireren door beroemde kunstenaarshuizen. 'Het Gele Huis van Vincent van Gogh bijvoorbeeld. De schilder stelde zijn huis in Arles open voor medekunstenaars om een gemeenschap van kunstenaars te creëren. En natuurlijk het Casa Azul van het Mexicaanse kunstenaarsechtpaar Frida Kahlo en Diego Rivera, waar een band werd gesmeed tussen kunst, politiek en samenleving. Terwijl Rivera zijn politiek getinte muurschilderingen ontwierp, kwam Leo Trotsky langs om de revolutie te prediken.'
Hoewel de revolutie niet snel zal uitbreken op het keurige IJburg, moeten de kunstenaars wel voor wat reuring zorgen. Van Heeswijk wijst om zich heen: 'Kijk,dit is het openbare leven op IJburg.Vanuit elk raam kan ik bij de buren naar binnen kijken en zij bij mij. Het is net een Big Brother huis. Iedereen zit in zijn eigen huis en de bijdrage van de stadsinrichters aan het openbare leven beperkt zich voornamelijk tot het verbieden van schuttingen, zodat er via de tuinen nog enig contact ontstaat'.
Mistressplan
Jeanne van Heeswijk is geen traditioneel kunstenaar. Haar kunst speelt zich niet af binnen de muren van een besloten atelier. De afgelopen vijftien jaar heeft zij naam gemaakt met sociaalgeëngageerde projecten in het publieke domein, waarbij altijd een cruciale rol is weggelegd voor de bewoners van de wijk of buurt. In Vlaardingen herschiep zij een vervallen en verloederd winkelcentrum tot een kunstboulevard (De Strip), in Gorinchem organiseerde zij een sporttoernooi voor en door bewoners, compleet met dagelijkse radio uitzendingen (Langs de Lijn), en in het Rotterdamse Nieuw Crooswijk ontwierp zij als onderdeel van Dwaallicht samen met de lokale vrouwen een ‘mistressplan' voor hun ideale wijk, als tegenhanger voor de regelzucht van de mannen en hun masterplan.
Wat haar interesseert, is de vraag hoe bewoners grip kunnen krijgen op het openbare leven. Hoe zij medebepalers kunnen worden van hun omgeving. 'Het is een universeel probleem dat de openbare ruimte steeds verder geprivatiseerd wordt. Het publieke domein slinkt Bovendien raakt het gesegregeerd, naar afkomst, religie of gebruik. Het zijn allemaal eilandjes en hoe mooi ze soms ook zijn, er is onderling nauwelijks contact Bestuurders en ambtenaren zijn vooral bezig de openbare ruimte verder te reguleren, onder het mom van veiligheid. In plaats van camera's op te hangen, wil ik een platform voor ontmoeting creëren, de bewoners de gelegenheid bieden om zich het publieke domein weer toe te eigenen.' Hoe Van Heeswijk te werk gaat, laat zich goed illustreren aan de hand van een recent project in Slotervaart .
Op uitnodiging van de Stichting Kunst in de Openbare Ruimte ('Ik word bijna altijd gevraagd, maar vaak genoeg herschrijf ik de opdracht') zette Van Heeswijk een multimediaproject op, waarbij jongeren van twee lokale vmbo-scholen de taak van stedelijk ontwerper op zich nemen. Samen met IJsfontein, een bedrijf dat interactieve projecten voor kinderen organiseert, en gebaseerd op een eerder project in Columbus, Ohio ontwikkelde Van Heeswijk een 3D multi-user computerspel speciaal voor deze groep. Een gesloten computernetwerk wordt gevoed met honderden door de leerlingen gemaakte digitale foto's van een nu nog wat onherbergzaam park in het stadsdeel. Met het programma kunnen zij de foto’s manipuleren en combineren tot nieuwe beelden. Zo ontwerpen zij samen met de bewoners het nieuwe stadspark.
Van Heeswijk:'Ik kies altijd voor een werkplaatsachtige situatie op de plek zelf.Aan de rand van het park stond een lege gymzaal. Die kon prachtig als laboratorium dienen. Van daaruit kunnen de leerlingen de omgeving verkennen en zelf ervaren hoe groot dat park is en wie er op de bankjes zitten.'
Een
halfjaar lang was Van Heeswijk samen met de architect Dennis Kaspori dagelijks
te vinden in Slotervaart Om de leerlingen te begeleiden en de vaart in het
project te houden. 'Ik stel liefst een team samen met bewoners, lokale mensen
en een paar experts. Dat kan een architect zijn, zoals in Slotervaart, een
radiomaker, de plaatselijke bakker of collega-kunstenaars.'
Hoewel het procesmatige een belangrijk deel van het kunstwerk is, hecht Van
Heeswijk aan concrete opdrachten en is zij wars van vrijblijvendheid. 'Mijn kunst is
gemeenschapskunst maar geen "kleien met Marokkanen".Dus de bewoners
moeten echt iets kunnen veranderen. Dat lukt ook. Het Staalmanpark in
Slotervaart bijvoorbeeld
komt er.'
Risico’s nemen Van
Heeswijk heeft wel een lange adem nodig en een flinke dosis vasthoudendheid.
Voor het Blauwe Huis gerealiseerd was,waren er meer dan twee jaar verstreken en
het kostte een jaar om de deelgemeente in Slotervaart te overtuigen.
'Nederland en de bestuurders idem dito worden steeds minder flexibel. Het kost
mij steeds meer moeite om mensen te vinden die bereid zijn risico's te nemen.
Veel projecten start ik terwijl de financiering nog niet rond is en
daar wordt men zenuwachtig van. Maar mijn
kracht is het momentum te benutten. Ik overval ze: mijn projecten komen snel
tot stand. Ik probeer geen nieuwe instituten op te richten, maar kan door het
opzetten van tijdelijke structuren op een veel speelsere manier dingen tot
stand brengen. Als je het idee hebt dat iets voor twintig jaar is, dan ben na
vijf jaar nog nergens. En als het moet ga ik de bestuurders en ambtenaren
stalken, tot de burgemeester aan toe. Ik ben een believer.' Op de betonnen
vloer van het Blauwe Huis staat haar koffer gepakt Het verblijf in het Blauwe
Huis zit er op, andere kunstenaars nemen het stokje over.Binnenkort vertrekt Van
Heeswijk naar Limburg. In het plaatsje Helden gaat ze van start met het project Ariadne,
het digitale buurmeisje. Veel wil ze er nog niet over kwijt, maar dit keer speelt
het zich af in de virtuele openbare ruimte.
Zie voor werk van Jeanne van Heeswijk onder andere: