• Persoonlijk functioneren in het centrale managementteam.
• Voortreffelijke adviezen voor korte, middellange en lange termijn.
• Afstemming algemeen bedrijfsbeleid en sociaal beleid.
• Loyaliteit, conflictpreventie, onder meer op management- en topniveau.
• Kosten en baten van het geïnitieerde en gevoerde beleid.
• Externe en interne reputatie van het bedrijf, met name op sociaal gebied, de voorlichting en de representatieve activiteiten en verder voor wat betreft de prestaties op de overige werkgebieden die zijn toegewezen aan de sector.

• Verstandige scenario's en plannen voor de bemensing op middellange en lange termijn.
• Effectief beoordelingsbeleid en methodisch aan de functiezwaarte en prestaties gekoppeld honoreringsbeleid.
• Systematische inventarisatie en analyse van het potentieel van de medewerkers in huis en op de arbeidsmarkten.
• Aangepaste opleidingsbudgetten, opleidingsprogramma's, personeelbudgetten en doelgerichte wervingsactiviteiten.
• Vindingrijke oplossingen voor actuele problemen.
• Alle P&O activiteiten voldoen aan de professionele standaarden en aan de wet.
• Goede reputatie als werkgever bij juridische instanties en werknemersorganisaties.
• Omvang van de transacties, respectievelijk de productie van dit beleid.
• Oordeel van topmanagement en collega's over dit beleid.

3. Arbeidsvoorwaardenbeleid en overleg

• Er zijn goede relaties met overlegpartners en beslissende instanties.
• Praktische organisatie, facilitering en ondersteuning van overlegsituaties.

• Arbeidsconflicten worden voorkomen.

• Problemen met overleg partners en derden worden informeel en vindingrijk opgelost.

• Medewerkers en management zijn tevreden over hun arbeidsvoorwaarden en hun perspectieven.

• De omvang en complexiteit van het bedrijf en van de P&O sector.
• De omvang en importantie van de projecten en de transacties.
• Kennis van en ingangen bij de pers, de overheid, de politiek, de regionale bedrijven, de bedrijfstak, het bedrijf, de beroeps- , werkgevers- en consumentenorganisaties op allerlei niveaus.
• De P&O sector functioneert als een hecht en gemotiveerd team.
• De medewerkers functioneren professioneel en zijn bekwaam voor hun taak.
• Er zijn uitwisselingsprogramma's voor P&O medewerkers met decentraal management.
• Interne en externe reputatie van de P&O sector voor wat betreft expertise en kwaliteit van de professionele dienstverlening.

• Soort, kwaliteit, efficiency en omvang van geleverde diensten.
• Tevredenheid van de gebruikers.

• Personeeladministratie is inzichtelijk, toegankelijk en voldoet aan alle eisen.
• Periodiek wordt helder verslag uitgebracht over verrichte en verwachte activiteiten.
• Persoonsgegevens, tests en ander vertrouwelijke (bedrijfs)documentatie. voor zover (tijdelijk) onder eigen beheer, zijn goed beschermd en worden veilig bewaard.

1. Geen visie, geen eigen standpunt, slappe houding bij onderhandelingen en beslissen.
2. Geen goede netwerken, slechte perscontacten, slecht bedrijfsimage.
3. Slecht beleid, foutieve beslissingen, slechte adviezen.
4. Complotteren, informatielekken, disloyaliteit.
5. Discriminatie, nepotisme, corruptie, machtsmisbruik.
6. Geen vertrouwen bij de medewerkers.
7. Geen vertrouwen bij het management.

• Visie

• Neemt afstand van de dagelijkse problematiek, neemt de tijd om vooruit te denken en de grote lijnen aan te geven.
• Komt met heldere ideeën en verwachtingen over ontwikkelingen in de toekomst.
• Relativeert negatieve uitspraken over de huidige of toekomstige stand van zaken relativeren.
• Brengt praktische correcties aan die anticiperen op toekomstige mogelijkheden en die positieve ontwikkelingen stimuleren.
• Weet precies wat de trends en ontwikkelingen zijn binnen en buiten het eigen vakgebied, reageert daarop anticiperend.
• Herkent gemakkelijk patronen en processen in gebeurtenissen. ziet verbanden en vooral ook verschillen tussen wat er op dit moment gebeurt en situaties die zich al eerder hebben voorgedaan.
• Komt met aantrekkelijke en praktische strategieën voor de komende jaren.

• Kijkt over de grenzen van eigen beroep en functie.
• Stelt geijkte werkwijzen ter discussie stellen, komt met alternatieven.
• Ontwikkelt nieuwe toepassingsmogelijkheden voor oude ideeën.
• Komt direct met nieuwe ideeën en nieuwe oplossingen.
• Ziet direct de kern van een complex probleem en gaat daar vindingrijk op door.

• Is, hoewel diplomatiek, eerlijke en rechtuit. Geeft de werkelijkheid correct weer.

• Maakt geen misbruik van macht, voorkennis of van de zwakkere positie van anderen.
• Vermijdt elk opzettelijk misleidend en manipulerend gedrag dat slechts eigen voordeel dient.
• Is helder over aan beleidsvoorstellen verbonden risico's.
• Houdt zich aan de regels van het beroep en de organisatie.
• Geeft duidelijk aan wanneer een verlangde actie buiten eigen normen of de beroeps-, respectievelijk instellingsnormen valt.
• Houdt aan algemene en professionele gedragsnormen vast, ook wanneer dit nadeel, spanning of conflicten met zich meebrengt.
• Respecteert de persoonlijkheid en de normen en waarden van anderen.
• Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen.
• Meldt gemaakte fouten en neemt uit eigen beweging stappen om schade te compenseren of te beperken.

• Gevoelig zijn

• Laat duidelijk merken dat andere normen en waarden gerespecteerd worden.
• Toont begrip voor ethische of morele problemen van anderen.
• Houdt rekening met de instelling en de wensen van anderen.
• Houdt zich bij de kern van de zaak, vermijdt vragen naar persoonlijke omstandigheden die niet van belang zijn.
• Toont waardering en spreekt vertrouwen uit.
• Toont bij weerstand en onbegrip respect voor de ander.
• Geeft anderen enige ruimte om zelfstandig beslissingen te nemen en eigen wegen te kiezen, ook wanneer dat afwijkt van een eigen visie.

• Taal gebruiken als voertuig

• Lichaamstaal, houding en gebaren sluiten aan bij de boodschappen.
• Spreekwijzen en taalvormen passen bij de wereld van de toehoorders.
• Vaktaal wordt vermeden of duidelijk uitgelegd.
• Verstrekte informatie wordt met duidelijke voorbeelden geïllustreerd .
• Ontvangen informatie wordt geverifieerd en getoetst.
• De schriftelijke productie bestaat uit goed onderbouwde beleidsnota's, representatieve brochures, heldere brieven, notities, rapporten, teksten etc.

• Onderhandelen

• Zoekt vooraf naar realistische en haalbare resultaten.
• Bepaalt vooraf eigen mogelijkheden en grenzen en schat de bereidheid van ieder om concessies te doen zo helder mogelijk in.
• Tast naar argumenten van de wederpartij voor een eigen standpunt te onderbouwen.
• Geeft duidelijk eigen doelstellingen en belangen aan en houdt daaraan vast.
• Benoemt in het gesprek helder de punten die aansluiten bij de doelstellingen van de wederpartij.
• Geeft argumenten waarom voorstellen van de onderhandelingspartners niet acceptabel niet praktisch of niet haalbaar zijn.
• Goede overlegstrategie: brengt argumenten stap voor stap in, steeds op het juiste moment.
• Vindt ingangen voor gemeenschappelijke belangen, resultaten en oplossingen die voor alle partijen acceptabel zijn.
• Gaat na of partijen het onderhandelingsresultaat begrijpen en accepteren.
• Maakt de balans op van wat er is ingeleverd en wat daarvoor is verkregen.

• Gedrag van groepen beïnvloeden

• Is duidelijk over het doel en mogelijkheden van de groep.
• Geeft duidelijke opdrachten.
• Geeft helder aan waar de inbreng van de leiding verschilt van de inbreng van de deelnemers. Maakt daarover duidelijke afspraken.
• Zorgen voor randvoorwaarden voor het goed functioneren van de groep.
• Spoort deelnemers aan om zich te uiten en zelf inbreng te geven.
• Ziet en benut de onderlinge relaties van de deelnemers voor een goede samenwerking.
• Betrekt deelnemers bij het oplossen van misverstanden, spanningen en knelpunten.
• Signaleert successen die zijn bereikt door of met steun van de groep.
• Benoemt de punten waarover men het onderling wel en niet eens is.
• Behartigt naar buiten de belangen van de groep.
• Geeft een goed gedragsvoorbeeld voor de vereiste inzet bij het werk
• Toont waardering voor bereikte resultaten.

• Inzet

• Werkt hard om hoge prestaties te kunnen leveren.
• Spreekt enthousiast over het bedrijf, de functie, het vak, de medewerkers.
• Formuleert uitdagende doelen voor zichzelf
• Gedraagt zich verantwoordelijk en zelfstandig, bevordert dit gedrag bij anderen.
• Grijpt kansen, creëert mogelijkheden voor verdere ontwikkeling.
• Levert uitstekende prestaties
• Doet meer dan wordt gevraagd
• Stelt zich verantwoordelijk voor kwaliteit van de dienstverlening
• Reserveert tijd en energie voor eigen ontwikkeling binnen het vakgebied.

• Wisselt kennis en technieken uit met collega's
• Levert iets van eigen belangen in om een gezamenlijk resultaat te bereiken.
  Helpt anderen om eigen doelen te bereiken
• Steunt voorstellen van anderen. Bouwt daarop voort in de richting van een gemeenschappelijk doel
• Denkt mee en levert bijdragen, terwijl er geen persoonlijk belang bij speelt
• Zet zich in voor het bereiken van win-win oplossingen
• Laat merken dat inspanningen en hulp van anderen worden gewaardeerd.
• Biedt zelf hulp aan, helpt daadwerkelijk
• Vermindert onderlinge spanningen
• Lost problemen en conflicten op.

• Praat enthousiast over het bedrijf, het werk, het management en de medewerkers
• Komt uit voor persoonlijke betrokkenheid bij het lot van management en medewerkers
• Collega's en medewerkers worden niet afgevallen in het bijzijn van anderen.
• Geeft dekking en steun aan medewerkers en collega's die worden aangevallen.
• Richt zich naar de waarden en normen van bedrijf en beroep.
• Komt afspraken na, ook al is dat niet in eigen belang
• Staat achter beslissingen die voor de medewerkers of het bedrijf nuttig zijn, ook als dat weerstand oplevert
• Zet zich in om bedrijfsdoelen te realiseren, ook wanneer men zelf ander beleid prioriteit zou willen geven.

• Kwaliteitsbesef

• Reageert snel en passend op klachten en op vragen om dienstverlening.
• Neemt het belang van het bedrijf en de medewerkers als uitgangspunt.
• Vraagt door, zoekt actief naar de werkelijke wensen van de cliënten
• Stelt zich in op het afleveren van perfect maatwerk, ondanks massaproductie.
• Beschouwt zichzelf als verantwoordelijk voor de belangrijkste ondersteuning van een op kwaliteit georiënteerd bedrijfsproductieproces. Streeft naar het leveren van kwaliteit in de dienstverlening.
• Geeft een helder beeld van te bereiken resultaten, de kwaliteit ervan, de kosten, het tijdstraject en de fasering van in het proces
• Reageert direct reageren op klachten, brengt verbeteringen aan, zorgt voor een leereffect.
• Geeft ruimte geven voor aanpassingen onderweg en voor en voor later bijkomende wensen.
• Aanvaardt verantwoordelijkheid voor gemaakte fouten.

• Analyseren

• Zorgt dat er condities aanwezig zijn voor het verkrijgen van betrouwbare informatie
• Ziet dat informatie onvolledig of onbetrouwbaar is en neemt maatregelen.
• Benut actief professionele informatiebronnen.
• Vergaart op verschillende manieren informatie om te toetsen of de informatie betrouwbaar is.
• Verzamelt achtergrondinformatie over situaties, feiten en geslaagde oplossingen
• Zoekt naar de oorzaken van ontbrekende, onjuiste, vervormde of selectieve informatie
• Stelt logisch en methodisch vast waar het probleem zit en wat er aan gedaan kan worden
• Komt op het juiste moment met de juiste actie.
• Treft voorzorgsmaatregelen voor complicaties en onverwachte wendingen.

• Een oordeel vormen

• Gaat uit van feiten, vergaart en ordent concrete
• Schat risico's, kansen en neveneffecten in
• Beoordeelt en beargumenteert verschillende alternatieven.
• Betrekt belangen van bedrijf en medewerkers, de kwaliteit en de kosten van de interventie, de mogelijkheden of vooruitzichten op langere termijn en ieders eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid bij het oordeel.
• Benoemt gevolgen en consequenties van een besluit en maakt dit toegankelijk voor nadere beslissingen door belanghebbenden
• Onderbouwt oordeel of uitspraak benoemt voor- en nadelen, schetst de mogelijke consequenties en kosten van alternatieven.

• Flexibel gedrag

• Houdt duidelijk rekening met de ideeën en gevoelens die opkomen bij de gesprekspartners en benut die voor het bereiken van resultaten.
• Houdt het te bereiken resultaat centraal, hecht minder belang aan de weg er heen.
• Verandert van aanpak zodra het beoogde resultaat in gevaar komt.
• Reageert scherp op weerstand, neemt een pauze, verandert van aanpak.
• Gebruikt toevallige omstandigheden om sneller of beter resultaat te verkrijgen

• Aanpassen

• Stelt zich snel in op nieuwe situaties en nieuwe taken.
• Accepteert snel nieuwe inzichten en nieuwe technieken en voer die in.
• Verandert van standpunt als dat nodig is voor een goede voortgang van het werk en het verbeteren van onderlinge verhoudingen.
• Laat lang gevestigde ideeën en standpunten los, gaat over tot nieuw gedrag.
• Geeft ruimte, toont begrip en respectvoor nieuwe ideeën en doelen van anderen.
• Herformuleert beleid, plaatst dit in een nieuwe context.
• Houdt overzicht bij onverwachte gebeurtenissen
• Pakt direct de hoofdlijnen op in crisissituaties

• Oog voor wederzijds belang

• Gebruikt vakkennis om een positieve invloed uit te oefenen, ondanks inwerking van machtige externe maatschappelijke, economische en politieke krachten.
• Neemt afstand tot actuele problematiek om beter ontwikkelingen op gang te kunnen brengen.
• Vindt nieuwe deelmarkten en nieuwe financieringsmogelijkheden voor professionele activiteiten.
• Toetst mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen aan ideeën die leven in het bedrijf. Zorgt voor adequate informatie over nieuwe mogelijkheden en toekomstige belangen.
• Heeft oog voor de maatschappelijke context waarbinnen het bedrijf functioneert en voor de onderlinge afstemming van maatschappelijke belangen en bedrijfsbelangen
• Heeft oog voor omstandigheden die de het bereiken van bedrijfsdoelen kunnen vergemakkelijken
• Heeft oog voor de behoeften en belangen van andere diensten , sectoren en disciplines waarmee wordt samengewerkt. Verkent en realiseert mogelijkheden tot verbetering van de samenwerking, de efficiency en de gezamenlijke resultaten.
• Onderzoekt behoeften van bedrijfsdiensten en disciplines waarmee wordt samengewerkt onderzoeken. Zet dit om in aanbod van nieuwe en betere dienstverlening

• Beslissen

• Is duidelijk in adviezen en opdrachten, laat geen twijfel bestaan over uitvoeringszaken waarvoor men verantwoordelijk is.
• Neemt na enige overweging zonder aarzelen een eigen standpunt in.

• Neemt besluiten op tijd, stelt besluiten niet onnodig uit en neemt ze ook niet te snel.

• Confronteert, is helder over iets dat niet juist is, wijst slechte voorstellen of suggesties duidelijk af.
• Stelt consequenties bij het niet opvolgen van aanwijzing of advies

2. Teamrollen

Voorzitter
Vervult deze rol in belangrijke voorlichtings- en overlegsituaties.

Specialist:
Kent het werkgebied, kent het vak

Bedenker:
Moet creatieve oplossingen vinden en creatief tegenspel bieden in nieuwe situaties

Maker/Producent:
Prioriteiten stellen, doelen aangeven, zichtbare resultaten leveren

3. Persoonlijkheidskenmerken volgens de "Big Five"(in schalen van 1-10)

Competentieprofiel (t.b.v. Resultaatgericht werken) Laatst bijgewerkt: 20-7-2007 Li Po
Dit competentieprofiel is geconstrueerd met behulp van de bouwmaterialen materialen en hulpbronnen van het boek "Competent Communiceren". Het profiel kan gemakkelijk worden aangevuld en gewijzigd wanneer u een profiel van een andere managementfunctie wilt maken. NB: Lipo is ook geïnteresseerd in uw competentieprofielen. Wij ontvangen graag voorbeelden van profielen die door anderen zijn opgesteld. Als wilt kunt u teksten opzenden naar wim@van-osch.com Leuke profielen zullen worden geplaatst met bronvermelding.
Home Database competentieprofielen Download deze file naar uw tekstverwerker Vragen of tips over deze functie kunt u zenden naar: Wim van Osch