Omgaan met weerstand tegen beoordeling op basis van competenties.
Vraag:
Ik werk voor een organisatie waar op basis van competenties én resultaten wordt beoordeeld en beloond.
Nu zeggen de oudere medewerkers (die al in hun eindschaal
zitten) dat ze het niet nuttig/zinvol vinden om uitgebreid over competenties te
spreken. In hun ogen functioneren ze naar tevredenheid en ze hebben niet de
behoefte om zich verder te ontwikkelen. Het voelt voor hen dan gekunsteld aan
om toch afspraken te maken over competenties.
Echter, ze moeten volgens de CAO wel 'werken met competenties'.
Wat raad u mij/hen aan? (juli 2004)
Antwoord:
Ik kan mij de gedachte van die oudere medewerkers best
voorstellen.
Aan hen is dit competentiemanagement waarschijnlijk voorgesteld als een nieuwe
– voor hen de zoveelste - beoordelingsmethode met een psychologische
invalshoek. Dat zien zij dan als een instrument dat voor hen in hun positie
niets oplevert behalve vage praat over hun zieleleven.
Voor u en voor hen is waarschijnlijk de beste ingang om in persoonlijke
overlegsituaties en in periodieke beloningsgesprekken in ieder geval een goede
beoordeling en/of een variabel deel van de beloning heel duidelijk te koppelen
aan zeer concreet te omschrijven, met het persoonlijke werk te behalen resultaten.
Blijkt nu dat het behalen van gevraagde resultaten problemen oplevert die
samenhangen met in onvoldoende mate aanwezig zijn van bepaalde vaardigheden,
kwaliteiten of ...motivatie... dan kunnen gewenste verbeteringen op die
gebieden ook concreet aangeduid worden als in een komende periode te bereiken
resultaten. Dan gaat een voor hen ook relevant gesprek toch over competenties.
In feite is competentiemanagement geen beoordelingsmethode maar een manier van onderlinge aansturing in heldere taal. Daarom spreken wij bij Li Po ook liever van resultaatgericht werken.
U kunt reacties, vragen en tips over resultaatgericht werken en resultaatgerichte aansturing toezenden naar: Wim van Osch