Promovendus
I Resultaatgebieden:
- Onderzoek verrichten.
Betreft het actualiseren van onderzoeksvragen, het (opnieuw) bepalen van wegen ter aanpak, het opstellen van een werkplan, het uitvoeren van literatuurstudie, veld- en laboratorium- onderzoek, het bepalen van resultaten en het formuleren van conclusies.
Prestatie- indicatoren:
- Zoekt scherp naar mogelijkheden tot het aantonen van onjuistheden in de bestaande theorie.
- Kwaliteit van de actualisering en herijking van onderzoeksvoorstel en werkplan.
- Helderheid van de probleemstellingen en de voorgestelde wegen naar oplossingen.
- Realistische analyse van tijdpad, hulpmiddelen en bijkomende kosten.
- Kwaliteit van tussenproducten: artikelen, mondelinge en schriftelijke presentaties.
- Houdt zich bij waarnemingen en feiten, wijkt niet voor mentale druk.
- Oordeel van het opdrachtgever, studiebegeleider, vakgroep, cluster, over de algemene deskundigheid, de inzet en de betrokkenheid van de promovendus.
- Methoden ontwikkelen.
Betreft het bedenken, beproeven en beschrijven van nieuwe wegen voor het (beter) uitvoeren van professionele onderzoeken, behandelingen en producties.
Prestatie- indicatoren:
- Denkt oplossingsgericht, laat concrete resultaten zien.
- "Pelt af", lost praktische problemen met kleine, haalbare stapjes op.
- Raadpleegt ieder met ervaring in dezelfde of soortgelijke problemen.
- Wekt vertrouwen, maakt goed contact met deskundigen en probleemhebbers.
- Overwint weerstanden bij doelgroepen.
- Is helder en volledig over voor- en nadelen van de ingeslagen weg.
- Ziet scherp wat essentieel is en wat telt voor belanghebbenden en doelgroepen.
- Taalvaardigheden: schrijft goed leesbare, heldere en correcte werkprotocollen en gebruiksaanwijzingen..
- Publicaties en presentaties verzorgen
Betreft het redigeren en publiceren van posters, papers en artikelen, het organiseren van en meedoen aan workshops, het participeren in en ondersteunen van publicaties en presentaties van anderen.
Prestatie- indicatoren:
- Leert professioneel presenteren, wordt vaardig in woord en geschrift, boeit het publiek.
- Werkt aan het opbouwen van een goed netwerk binnen het vakgebied, zoektt goede contacten met andere onderzoeksgroepen en uitgevers van vaktijdschriften.
- Functioneert sociaal en communicatief goed in formele en informele overlegsituaties binnen het vakgebied.
- Wordt gezien als iemand met wie het goed samenwerken is als er gezamenlijk met vakinformatie naar buiten moet worden getreden.
- Onderwijs en instructie
Betreft het begeleiden van hoofdvakstudenten, het leiden van werkcolleges en practica.
Prestatie- indicatoren:
- Beheerst de stof.
- Coacht en motiveert de studenten.
- Heeft de organisatie goed in de hand.
- Proefschrift produceren.
Betreft het vervaardigen en publiceren van een oorspronkelijk werkstuk van excellente, professionele kwaliteit, waarin uiting gegeven wordt aan nieuwe inzichten en resultaten in het vakgebied.
Prestatie- indicator:
- Proefschrift is een eigen product, helder, origineel, van professionele kwaliteit en brengt belangrijke informatie.
II Kritieke situaties
- Bedrijf- of beroepsgeheim schenden.
- Onzorgvuldig onderzoek: is te weinig kritisch, belangrijke publicaties missen, belangrijke gegevens zijn veronachtzaamd.
- Selectief omgaan met onderzoekuitkomsten: resultaten manipuleren.
- Onvoldoende kwaliteit in onderzoek, publicaties of proefschrift.
- Plagiëren, pronken met andermans veren.
III Gedragscompetenties
- Gedragstypen en voorbeelden
"Tonen belangrijke informatie op te nemen in gesprekssituaties en bij observaties. Reageren op verbale en non-verbale signalen, doorvragen tot de informatie compleet is, tot de situatie helder is en men elkaar over en weer volledig verstaat."
Prestatie- indicatoren:
- Geeft met gedrag en houding blijk van interesse voor wat de ander inbrengt.
- Reageert bewust met vragen op lichaamstaal en andere kleine signalen.
- Toetst regelmatig of is begrepen wat de ander wilde zeggen.
- Geeft een goede samenvatting geven van wat er is gezegd.
- Vraagt om opheldering of nadere informatie bij incompleet beeld.
- Blijft doorvragen als de indruk bestaat dat de ander nog niet alles heeft gezegd.
- Gebruik van het voertuig taal.
"Ideeën en meningen duidelijk maken met helder taalgebruik, passende lichaamstaal en goede stijlvormen. De taal mondeling en schriftelijk correct gebruiken, aangepast aan de doelgroep."
Prestatie-indicatoren:
- Gebruikt heldere, korte zinnen.
- Gebruikt geen jargon, legt vaktermen uit.
- Spreekwijzen en taalvormen passen bij de wereld van de toehoorders.
- Produceert duidelijke notities en heldere projectvoorstellen.
"Informatie en diensten professioneel aanbieden. Zich presenteren zoals de beroepsgroep zich wil tonen aan de buitenwereld."
Prestatie-indicatoren:
- Gedraagt zich volgens de beroepscode en de geldende maatschappelijke normen.
- Past taal en stijl aan bij wat de cliënt of de situatie vraagt.
- Brengt de kern van een zaak duidelijk, kort en bondig over.
- Blijft kalm en correct, ook als er gespannen of boos wordt gereageerd.
"Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook als het een onderwerp betreft dat niet onmiddellijk van persoonlijk belang is"
Prestatie- indicatoren:
- Wisselt kennis en technieken uit met collega's
- Steunt voorstellen van anderen. Bouwt daarop voort.
- Laat merken dat inspanningen en hulp van anderen worden gewaardeerd.
- Biedt zelf hulp aan, helpt daadwerkelijk.
"Aankomende problemen en kansen signaleren en daarnaar handelen. Tot acties overgaan voordat een probleem zich voordoet of een kans verdwijnt"
Prestatie- indicatoren:
- Anticipeert, komt snel in actie, wacht niet af.
- Denkt vooruit, vraagt uit zichzelf aanvullende informatie.
- Komt met voorstellen om vertragingen, schade of fouten te vermijden.
- Gebruikt onverwachte openingen om met nieuwe voorstellen te komen.
"Stellen van hoge eisen aan zichzelf en aan de resultaten die worden geproduceerd. Laten zien niet tevreden te zijn met gemiddelde prestaties. Zichzelf ontwikkelen om kwaliteit te leveren, hoog te presteren, succes te behalen."
Prestatie- indicatoren:
- Werkt hard.
- Spreekt enthousiast over het werk en het werkveld.
- Formuleert uitdagende doelen.
- Gedraagt zich verantwoordelijk en zelfstandig.
- Grijpt kansen, creëert mogelijkheden voor verdere ontwikkeling.
- Stelt zich verantwoordelijk voor de kwaliteit.
- Reserveert tijd en energie voor eigen ontwikkeling binnen het vakgebied.
"Zich rechtschapen, eerlijk en onkreukbaar gedragen, overeenkomstig algemeen geldende sociale en professionele normen."
Prestatie- indicatoren:
- Is zeer reëel.
- Is helder over aan voorstellen en plannen verbonden risico's.
- Houdt zich aan de regels van het beroep en de organisatie.
- Houdt aan algemene en professionele gedragsnormen vast, ook wanneer dit nadeel, spanning of conflicten met zich meebrengt, of wanneer er mentale of sociale druk wordt uitgeoefend.
- Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen.
- Meldt gemaakte fouten en neemt uit eigen beweging stappen om schade te compenseren of te beperken.
"Zich richten op het tegemoetkomen aan wensen en behoeften van cliënten en consumenten. Een hoge prioriteit toekennen aan afwerking, gebruikersgemak, veiligheid en service. Tevredenheid toetsen bij de cliënten."
Prestatie- indicatoren:
- Neemt het belang van het werkveld als uitgangspunt.
- Vraagt door, zoekt actief naar de werkelijke wensen van de opdrachtgever.
- Stelt zich in op het afleveren van een origineel product.
- Geeft een helder beeld van te bereiken resultaten, het tijdstraject en de fasering van het proces.
- Geeft ruimte voor aanpassingen onderweg en voor later bijkomende wensen.
"Reageren op problemen en kansen door het veranderen van stijl en gedrag wanneer dat nodig is voor het bereiken van een goed resultaat."
Prestatie-indicatoren:
- Houdt duidelijk, maar met kritische zin, rekening met de ideeën in de werkomgeving.
- Houdt het te bereiken resultaat centraal, hecht minder belang aan de weg er heen.
- Verandert van aanpak wanneer er geen objectief zinvol resultaat bereikt dreigt te worden.
- Gebruikt toevallige omstandigheden om sneller of beter resultaat te verkrijgen
"Verkrijgen en herkennen van belangrijke informatie, verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van mogelijke oorzaken van verschijnselen, zoeken naar ter zake doende gegevens. Het beeld completeren en vastleggen."
Prestatie-indicatoren:
- Zorgt ervoor dat er condities aanwezig zijn voor het verkrijgen van betrouwbare informatie.
- Bepaalt uit welke fasen het onderzoekproces zal bestaan
- Legt verband tussen de theorie en oorzaken en verschijnselen die zich voordoen.
- Toetst verkregen informatie toetsen op betrouwbaarheid.
- Verzamelt achtergrondinformatie over het probleem en over verschillende mogelijke oplossingen.
- Stelt logisch en methodisch vast wat het probleem is en wat de oorzaak ervan is.
- Verzamelt informatie over nieuwe ontwikkelingen, betrekt die bij het onderzoek.
"Met oorspronkelijke oplossingen komen voor beroepsmatige problemen. Nieuwe werkwijzen of nieuwe toepassingen bedenken."
Prestatie-indicatoren:
- Kijkt over de grenzen van het werkveld en van de eigen discipline.
- Stelt geijkte werkwijzen ter discussie stellen, komt met alternatieven.
- Bedenkt experimenten die het tekortschieten van de bestaande theorie zullen aantonen.
- Ontwikkelt nieuwe toepassingsmogelijkheden voor bestaande concepten.
- Komt direct met nieuwe ideeën en nieuwe oplossingen.
- Ziet direct de kern van een complex probleem en gaat daar vindingrijk op door.
- Geeft creatieve suggesties om barrières te overwinnen en kansen te benutten.
- Gaat na of gekozen wegen inderdaad leiden tot het beoogde resultaat.
"Afwegen van beschikbare informatie en op basis daarvan tot een oordeel komen met in achtneming van de beroepscode en algemeen aanvaarde normen en waarden."
Prestatie-indicatoren:
- Vergaart concrete informatie en ordent die. Gaat uit van feiten.
- Ontwikkelt verschillende scenario's, beoordeelt en beargumenteert alternatieven.
- Betrekt adviezen, meningen, wensen van vakdeskundigen bij de overwegingen, zonder de kern van de zaak en de eigen positie uit het oog te verliezen.
- Neemt tijd voor het goed overdenken van de zaak.
- Benoemt de gevolgen en consequenties van een uitvoeringsplan en maakt dit toegankelijk voor beslissingen door opdrachtgever en begeleiders.
- Baseert oordelen op beschikbare informatie, feiten en geldige redeneringen.
- Teamrollen
Brononderzoeker
Zoekt naar bestaande oplossingen voor ondervonden problematiek
Specialist
Ontwikkelt kennis, methoden en technieken binnen een beperkt gebied.
Afmaker/Nadenker:
Blijft checken of er niets fout gaat of wordt vergeten
Bedenker
Zoekt nieuwe wegen, bedenkt experimenten die de theorie ontkrachten.
- Persoonlijkheidskenmerken volgens de "Big Five"(in schalen van 1-10)
Niet lager dan 6 op de schaal voor "sociaal vaardig".
Deze schaal meet de mate waarin men behoefte heeft aan stimulatie door anderen
Niet lager dan 8 op de schaal voor "werkinstelling":
Deze schaal meet de mate waarin men hoog wil presteren en integer wil zijn
Niet lager dan 7 op de schaal voor "stabiliteit":
Deze schaal meet de mate waarin men zich weinig zorgen maakt, optimistisch is en tegenslagen gemakkelijk verwerkt
Niet lager dan 8 op de schaal voor "toegankelijkheid":
Deze schaal meet de mate waarin zich openstelt voor en wil leren van nieuwe ervaringen.
IV. Overige competenties:
Opleidingsindicatie:
Academische opleiding respectievelijk HBO+ in een relevant vakgebied als basis.
Copyright 2001-2007 w.m.van osch
Laatst bijgewerkt 25-7-2001 Li Po. Vrij voor eigen gebruik, maar wel graag bronvermelding.
Home Database competentieprofielen Download deze file naar uw tekstverwerker Vragen of tips over deze functie kunt u zenden naar: Wim van Osch