Trainer sector Human Resource Management.
I Resultaatgebieden:
- Trainingen
Betreft het ontwikkelen, voorbereiden en geven van trainingen aan groepen.
Prestatie-indicatoren:
- Toegesneden realistische resultaatgerichte trainingsplannen
- Kwaliteit van de organisatie, locatie, concrete vormgeving aan de trainingen
- Kwaliteit van de ondersteunende materialen, hand-outs, audiovisuele presentaties, etc.
- Kwaliteit van de persoonlijke presentatie: helderheid, interesse wekkend, etc.
- Didactisch klimaat: leren uit aangeboden stof, uit gedragsvoorbeelden, ook van elkaar.
- Leereffect, toename van kennis en vaardigheden bij de cursisten
- Goede veilige sfeer in de groep.
- Werkterrein
Betreft het verkennen, bestuderen, aan zichzelf eigen en aan anderen overdraagbaar maken van een brede scala van attitudes, communicatievormen, taken, verrichtingen en andere onderwerpen binnen het werkterrein van managers, professionals, stafmedewerkers en trainees, zoals communiceren, beïnvloeden, hulpverlening, groepsprocessen, leidinggeven, beleid ontwikkelen, budgetten bewaken, toekomstscenario's opstellen, productontwikkeling, veiligheid, personeelbeheer, bedrijfsorganisatie en dergelijke.
Prestatie- indicatoren:
- Bewustzijn van de normatieve ethische positie van managers en hrm-functionarissen.
- Up to date kennis van het werkveld. Dat wil zeggen: kennis van de werkwijzen van het management en het personeelbeheer in allerlei soorten van bedrijven.
- Niveau van kennis en inzicht op het gebied van bedrijfskunde, onderwijskunde, groepsdynamica, methodologie en communicatie zowel in theorie als in praktijk.
- Beschikt over goede praktijkvoorbeelden om vanuit de leerstof of door cursisten aangedragen problemen en hun oplossingen te illustreren
- Oordeel van opdrachtgevers, cursisten en collega's over de bekendheid met de dagelijkse praktijk in het werkveld.
- Trainersvaardigheden
Betreft het beheersen van vaardigheden op het gebied van communicatie, groepsdynamica, onderwijskunde en didactiek.
Prestatie- indicatoren:
- Kan goed luisteren en observeren.
- Is gevoelig voor alle signalen afkomstig van cursisten en opdrachtgevers, reflecteert daarop, vervolgt wanneer nodig met actie.
- Communiceert helder en effectief.
- Kan de emoties en ervaringen van de cursisten goed invoelen.
- Is duidelijk zelf een hrm-professional. Geeft een goed gedragsvoorbeeld als professional
- Brengt de stof boeiend, werkt motiverend en inspirerend.
- Is afgestemd op het eigen karakter van de groep.
- Heeft oog voor groepsprocessen en rollen, geeft de cursisten de gelegenheid met verschillende rollen te oefenen. Vervult de eigen rol op de juiste wijze.
- Oefent frequent trainersvaardigheden samen met collega's .
- Netwerk, organisatie en communicatie
Betreft het functioneren als freelancer op de vrije markt, als partner in een bedrijf of als teamlid in een team van trainers.
Prestatie- indicatoren:
- Beschikt over een effectief netwerk
- Kent de ingangen bij de pers, de overheid, de politiek, de regionale bedrijven, de beroepsopleidingen, de werkgevers- en consumentenorganisaties.
- Kent de markt
- Heeft stijl, presenteert zich professioneel.
- Werkt uitstekend samen met collega's, op de markt en in het bedrijf
- Heeft een goede reputatie als trainer bij belangrijke klanten.
- Verkrijgt vervolgopdrachten.
- Zorgt voor correcte administratieve afhandeling van de procedures rond het verkrijgen en realiseren van trainingsopdrachten.
II Kritieke situaties
- Geen "greep op de groep". De trainer is niet in staat de groep te motiveren en/of er goed leiding aan te geven
- Trainingen hebben weinig of geen relatie met de praktijkvragen van de cursisten
- Geen controle op het leereffect en bereikte resultaten bij de cursisten
- "Hersenspoeling situaties": te ver gaande beïnvloeding van cursisten
- Tijdens trainingen uit de hand lopende sociale relaties, ernstige conflicten met en tussen cursisten, drugsgebruik of overmatig drankgebruik, etc.
- Ongelukken, letsel, vermijdbare schade tijdens trainingen
- Geen terugkoppeling over resultaten en incidenten
- Geen goede netwerken, weinig of geen communicatie met opdrachtgevers en klanten.
III Gedragscompetenties
- Gedragstypen en voorbeelden
Laten zien dat men zich goed bewust is van wat andere mensen in hun eigen omgeving voelen en wensen, tonen dat men daarmee op passende wijze rekening houdt.
Prestatie- indicatoren:
- Laat duidelijk merken dat andere normen en waarden gerespecteerd worden.
- Toont begrip voor ethische of morele problemen van anderen.
- Houdt rekening met de instelling en de wensen van anderen.
- Houdt zich bij de kern van de zaak, vermijdt vragen naar persoonlijke omstandigheden die niet van belang zijn.
- Toont waardering en spreekt vertrouwen uit.
- Toont bij weerstand en onbegrip respect voor de ander.
- Geeft anderen enige ruimte om zelfstandig beslissingen te nemen en eigen wegen te kiezen, ook wanneer dat afwijkt van een eigen visie.
Relaties tot stand brengen.
Zich zonder moeite onder andere mensen begeven. Gemakkelijk naar anderen toestappen en zich gemakkelijk in gezelschap mengen.
Prestatie- indicatoren:
- Gemakkelijk, spanningsloos en heel natuurlijk, in contact komen met anderen.
- Naar mensen toe stappen en hen aanspreken. Niet altijd wachten tot men wordt aangesproken.
- Zoeken naar gemeenschappelijke belangstellingsgebieden.
- Onderwerpen inbrengen die van belang zijn voor de ander.
- Netwerken opbouwen.
- Mensen met elkaar in contact brengen.
- In korte tijd een aantal mensen aanspreken, bijvoorbeeld in de pauzes van de trainingen of tijdens een rondgangen door een bedrijf.
- Over groot aantal onderwerpen beschikken waarover interessante en relevante dingen kunnen worden gezegd.
Tonen belangrijke informatie op te nemen in gesprekssituaties en bij observaties. Reageren op verbale en non-verbale signalen, doorvragen tot de informatie compleet is, tot de situatie helder is en men elkaar over en weer volledig verstaat.
Prestatie- indicatoren:
De ander laten uitspreken.
Bewust voortdurend contact houden met de aanwezigen.
Pauzes inlassen om de cursisten zich volledig te laten uiten.
Met gedrag en houding blijk geven van interesse voor wat de ander inbrengt.
Bewust reageren met vragen op lichaamstaal en andere kleine signalen.
Regelmatig toetsen of is begrepen wat de ander wilde zeggen.
In woorden terug geven wat men meent te zien en horen. Dit laten bevestigen door de cliënt.
Een heldere samenvatting geven van wat door iedereen is gezegd.
Terug komen op wat er eerder in het gesprek werd aangeroerd maar nog niet werd vervolgd.
Om opheldering of nadere informatie vragen voor een vollediger beeld.
Vragen blijven stellen als de indruk bestaat dat de ander nog niet alles heeft gezegd.
Gebruik van het voertuig taal.
Ideeën en meningen duidelijk maken met helder taalgebruik, passende lichaamstaal en goede stijlvormen. De taal mondeling en schriftelijk correct gebruiken, aangepast aan de doelgroep.
Prestatie-indicatoren:
- Gebruikt heldere, korte zinnen.
- Gebruikt geen jargon, legt vaktermen uit.
- Lichaamstaal, houding en gebaren sluiten aan bij de inhoud.
- Spreekwijzen en taalvormen passen bij de wereld van de toehoorders.
- Verstrekte informatie wordt met duidelijke voorbeelden geïllustreerd .
- De schriftelijke productie bestaat uit goede offertes en productvoorstellen, heldere hand-outs, effectieve dia's, duidelijke rapporten en teksten.
Informatie en diensten professioneel aanbieden. Zich presenteren zoals de beroepsgroep zich wil tonen aan de buitenwereld.
Prestatie-indicatoren:
- Zich gedragen volgens de beroepscode en de geldende maatschappelijke normen.
- Correcte bejegening van cliënten en cursisten.
- Aandacht besteden aan kleding en persoonlijke verzorging.
- Stijl en uitstraling vertonen, passend bij het beroep en bij de gelegenheid.
- Goed contact hebben met publiek, cursisten of toehoorders, hen allen aandacht geven.
- Een boeiend spreker zijn. Inleidingen goed brengen, met verrassende wendingen, pakkende voorbeelden en dergelijke.
- Taal en stijl aanpassen bij wat de cliënt, het publiek of de situatie vraagt.
- De kern van de zaak duidelijk, kort en bondig overbrengen.
- Direct op vragen en reacties reageren, zonder het doel of de structuur van de bijeenkomst of van het betoog uit het oog te verliezen.
- Kalm en correct blijven, ook als er gespannen of boos wordt gereageerd.
- Zorgen voor een goede staat van de apparatuur en van het voorlichtingsmateriaal dat bij presentaties en voorlichting aan het publiek wordt gebruikt.
- Handig omgaan met de moderne hulpmiddelen voor presentaties. Voorbereid zijn op storing en pech. Daarvoor alternatieven klaar hebben.
Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook als het een onderwerp betreft dat niet onmiddellijk van persoonlijk belang is
Prestatie- indicatoren:
Wisselt kennis en technieken uit met collega's
Levert iets van eigen belangen in om een gezamenlijk resultaat te bereiken.
Helpt anderen om eigen doelen te bereiken
Steunt voorstellen van anderen. Bouwt daarop voort in de richting van een gemeenschappelijk doel
Denkt mee en levert bijdragen, terwijl er geen persoonlijk belang bij speelt
Zet zich in voor het bereiken van win-win oplossingen
Laat merken dat inspanningen en hulp van anderen worden gewaardeerd.
Biedt zelf hulp aan, helpt daadwerkelijk
Vermindert onderlinge spanningen
Lost problemen en conflicten op.
Stellen van hoge eisen aan zichzelf en aan de resultaten die worden geproduceerd. Laten zien niet tevreden te zijn met gemiddelde prestaties. Zichzelf ontwikkelen om kwaliteit te leveren, hoog te presteren, succes te behalen.
Prestatie- indicatoren:
- Werkt hard.
- Spreekt enthousiast over het bedrijf, de functie, het vak, de cursisten.
- Formuleert uitdagende doelen voor zichzelf
- Gedraagt zich verantwoordelijk en zelfstandig, bevordert dit gedrag bij anderen.
- Grijpt kansen, creëert mogelijkheden voor verdere ontwikkeling.
- Stelt zich verantwoordelijk voor kwaliteit van de dienstverlening
- Reserveert tijd en energie voor eigen ontwikkeling binnen het vakgebied.
Prestatie- indicatoren:
Geeft de werkelijkheid correct weer.
Is helder over aan gedragsmodellen verbonden risico's.
Houdt zich aan de regels van het beroep en de organisatie.
Geeft duidelijk aan wanneer een verlangde actie buiten eigen normen of de beroeps-, respectievelijk instellingsnormen valt.
Houdt aan algemene en professionele gedragsnormen vast, ook wanneer dit nadeel, spanning of conflicten met zich meebrengt.
Respecteert de persoonlijkheid en de normen en waarden van anderen.
Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen.
Meldt gemaakte fouten en neemt uit eigen beweging stappen om schade te compenseren of te beperken.
Zich richten op het tegemoetkomen aan wensen en behoeften van cliënten en consumenten. Een hoge prioriteit toekennen aan afwerking, gebruikersgemak, veiligheid en service. Tevredenheid toetsen bij de cliënten.
Prestatie- indicatoren:
Reageert snel en passend vragen om hulp.
Neemt het belang van de cursisten als uitgangspunt.
Vraagt door, zoekt actief naar de werkelijke wensen van de cursisten,
Stelt zich in op het afleveren van perfect maatwerk
Geeft een helder beeld van te bereiken resultaten, het tijdstraject en de fasering van het proces
Geeft ruimte voor aanpassingen onderweg en voor later bijkomende wensen.
Aanvaardt verantwoordelijkheid voor gemaakte fouten.
Zich toegewijd gedragen volgens gevestigde regels, gedragscodes, procedures, protocollen en voorschriften, ook bij tegenvallers en teleurstelling. Bij twijfel aan de juistheid, de toepasbaarheid of de doelmatigheid van regels en voorschriften, bevestiging en onderbouwing zoeken bij de juiste bron.
Prestatie- indicatoren:
Ziet de grenzen van de professionele en persoonlijke verantwoordelijkheden en geeft die ook aan.
Signaleert incidenten, bijzondere situaties en nieuwe acties.
Houdt zich strikt aan geldende regels en voorschriften.
Vraagt vooraf toestemming voor afwijking van beleid of voorschriften.
Zich houden aan de afspraken, aan de stappen, aan de voorwaarden en aan de beoogde resultaten van een proces. Zich richten naar de wensen en bedoelingen van de ander,
Prestatie- indicatoren:
Komt uit voor persoonlijke betrokkenheid bij het wel en wee van de cursisten
Cursisten worden niet afgevallen in het bijzijn van anderen.
Geeft dekking en steun aan cursisten en collega's die worden aangevallen.
Richt zich naar de waarden en normen van bedrijf en beroep.
Komt afspraken na, ook al is dat niet in eigen belang
Staat achter beslissingen die voor de cursisten nuttig zijn, ook als dat weerstand oplevert
Zet zich in om bedrijfsdoelen te realiseren, ook wanneer men zelf een ander beleid zou willen toepassen
Reageren op problemen en kansen door het veranderen van stijl en gedrag wanneer dat nodig is voor het bereiken van het gewenste resultaat.
Prestatie-indicatoren:
- Houdt duidelijk rekening met de ideeën en gevoelens die opkomen bij de cursisten en benut die voor het bereiken van resultaten.
- Houdt het te bereiken resultaat centraal, hecht minder belang aan de weg er heen.
- Verandert van aanpak zodra het beoogde resultaat in gevaar komt.
- Reageert scherp op weerstand, neemt een pauze, verandert van aanpak.
- Gebruikt toevallige omstandigheden om sneller of beter resultaat te verkrijgen
Zich gezond, effectief en evenwichtig blijven gedragen, goede resultaten tot stand brengen, ondanks calamiteiten, tijdsdruk, werkdruk, wezenlijke veranderingen in de werksituatie of persoonlijke omstandigheden en bij weerstand, tegenslag, teleurstelling, onrecht of pech.
Prestatie-indicatoren:
- Overzicht behouden, zakelijk, bekwaam en evenwichtig reageren bij calamiteiten en bij agressief of emotioneel gedrag van anderen.
- Professioneel blijven handelen, zich snel herstellen, wanneer zich ernstige storingen, fouten of ongelukken voordoen.
- Verantwoordelijkheid nemen nadat een fout gemaakt is.
- Methodisch blijven werken en de juiste prioriteiten stellen, wanneer van verschillende zijden tegelijk een beroep op hulpverlening wordt gedaan.
- Onder druk niet bijzonder prikkelbaar of ongeduldig worden en geen risico's nemen die normaliter niet genomen zouden worden.
- Professioneel en zakelijk werken met cursisten, ondanks conflicten en spanningen in de groep.
Zich bewust zijn van effecten
Zien welke invloed uitgaat van en welke gevolgen kunnen optreden door eigen beslissingen, gedrag en activiteiten, bij andere personen, groepen, organisaties en disciplines.
Prestatie-indicatoren:
Rekening houden met cultuurverschillen bij cursisten, bij andere beroepen, bij andere organisaties.
Verschillen in de vaktalen en gevoelswaarde van woorden bij andere disciplines onderkennen, het nut en de beperkingen van de eigen vaktaal onderkennen.
Zicht hebben op verschillen in visie, benadering en belangen van cursisten en opdrachtgevers. Daar ook rekening mee houden.
Uitleggen wat het probleem is van een andere discipline, een organisatie of van de cliënt. Waarschuwen voor onverwachte neveneffecten.
Aanvoelen wat cursisten nodig hebben om verder te kunnen werken.
Gevoelig zijn voor de misverstanden en emoties die bij cursisten kunnen ontstaan door het gebruik van de vaktaal. Hieruit voorkomende problemen oplossen.
Begrijpen waarom een goed bedoelde actie van een cursist door de groep niet positief wordt opgevat. Zo'n probleem eenvoudig en zakelijk oplossen.
Zien wat de cursisten belemmert om te doen wat gedaan moet worden. Proberen de blokkades weg te nemen.
Gedrag van groepen beïnvloeden
Voorlichting en begeleiding geven aan een groep mensen. Onderlinge uitwisseling van ervaringen tot stand brengen, onderlinge hulp van cliënten stimuleren en vertrouwen in de positieve mogelijkheden van het groepsverband bevorderen.
Prestatie-indicatoren:
Is duidelijk over het doel en mogelijkheden van de groep.
Geeft duidelijke opdrachten.
Geeft helder aan waar de inbreng van de leiding verschilt van de inbreng van de deelnemers. Maakt daarover duidelijke afspraken.
Zorgen voor randvoorwaarden voor het goed functioneren van de groep.
Spoort deelnemers aan om zich te uiten en zelf inbreng te geven.
Ziet en benut de onderlinge relaties van de deelnemers voor een goede samenwerking.
Betrekt deelnemers bij het oplossen van misverstanden, spanningen en knelpunten.
Signaleert successen die zijn bereikt door of met steun van de groep.
Benoemt de punten waarover men het onderling wel en niet eens is.
Toont waardering voor bereikte resultaten.
Gedrag van personen beïnvloeden
Cursisten voorlichten, begeleiden en helpen op hun weg om optimaal te kunnen functioneren in een organisatie, om maatschappelijk betere mogelijkheden of meer wenselijke omstandigheden te verwerven, naar betere mogelijkheden om maatschappelijk zelfstandig te functioneren of om een betere lichamelijke of geestelijke gezondheid te bereiken.
Prestatie-indicatoren:
- Vertellen wat de situatie inhoudt en welke wegen leiden tot verbetering.
- Vertellen welke inbreng van de trainer verwacht mag worden en wat u verwacht van uw cursist Hierover een duidelijke afspraak maken.
- Een duidelijke opdracht verstrekken.
- In houding en intonatie overbrengen dat u vertrouwen hebt in uw cursist
- Aangeven welke inzet of inspanning nodig is om het doel te bereiken.
- Vertellen wat het gevolg kan zijn als aanwijzingen niet worden opgevolgd.
- Aandacht besteden aan inzet en inspanningen van een cursist en hierover gericht feedback geven.
- Controleren of er over en weer met dezelfde woorden nog dezelfde dingen bedoeld worden.
- Zelfredzaamheid, persoonlijke verantwoordelijkheid en zelfvertrouwen stimuleren.
- Op afstand controleren of belangrijke aanwijzingen en instructies worden opgevolgd en actie ondernemen wanneer dat niet het geval is.
Coachen: cliënten begeleiden naar de hoogst mogelijk bereikbare resultaten.
In intensieve gesprekken, in een begeleidingsproces, met cliënten de grenzen van het voor hen mogelijke aftasten door stelselmatig naar hen terug te koppelen, samen met hen oorzaken van successen en van falen na te gaan, alle mogelijkheden tot verbetering te onderzoeken, hen te bemoedigen en steeds concretere aanwijzingen te geven en passende oefeningen aan te bieden.
Prestatie-indicatoren:
De cliënt aansporen om geen genoegen te nemen met middelmatige prestaties, dit in voorbeeldgedrag ook laten zien.
Samen met de cliënt een vrij diepgaand onderzoek instellen naar zijn kwaliteiten en de tekortkomingen en hem helpen een doel te bepalen.
De cliënten stimuleren om zelf de hoogste haalbare doelen te formuleren.
Samen met de cliënt een weg uitstippelen naar de hoogst bereikbare doelen.
Verklaren waarom de ene methode wel tot maximale resultaten leidt en de andere niet.
Creatieve suggesties geven om barrières te overwinnen en kansen te benutten.
De cliënt niet overschatten. Systematisch de inzet en de geleverde prestaties exact controleren.
Nagaan of gekozen wegen inderdaad leiden tot het beoogde resultaat. Zoniet, de oorzaken onderzoeken. Bijvoorbeeld: Was dit wel de beste tactiek?, Paste dit wel bij deze cliënt?, Heeft de cliënt uw instructies wel goed begrepen en ook goed uitgevoerd?, Enzovoorts.
Opbouwende kritiek en positieve impulsen geven over de prestaties van de cliënt. Dit ook relateren aan mogelijkheden voor verdere ontwikkeling.
De cliënt troosten en bemoedigen bij ernstige tegenslag of vertraging.
De cliënt middelen geven om zelf zijn resultaten objectief af te meten.
De cliënt helpen de beste strategieën voor de hoogste prestaties te ontwikkelen.
- Teamrollen
Voorzitter
Leidt het geheel, vervult deze rol vrijwel continu
Specialist:
Kent het werkgebied, kent het vak
Maker/Producent:
Prioriteiten stellen, doelen aangeven, zichtbare resultaten leveren
Groepswerker:
De groep voortdurend stimuleren en motiveren, faciliteren, conflicten tegengaan.
- Persoonlijkheidskenmerken volgens de "Big Five"(in schalen van 1-10)
Niet lager dan 8 op de schaal voor "sociaal vaardig".
Deze schaal meet de mate waarin men behoefte heeft aan stimulatie door anderen
Niet lager dan 6 op de schaal voor "sympathiek".
Deze schaal meet de mate van vriendelijkheid, respect en vertrouwen voor anderen
Niet lager dan 7 op de schaal voor "werkinstelling":
Deze schaal meet de mate waarin men hoog wil presteren en integer wil zijn
Niet lager dan 8 op de schaal voor "stabiliteit":
Deze schaal meet de mate waarin men zich weinig zorgen maakt, optimistisch is en tegenslagen gemakkelijk verwerkt
Niet lager dan 7 op de schaal voor "toegankelijkheid":
Deze schaal meet de mate waarin zich openstelt voor en wil leren van nieuwe ervaringen.
IV. Overige competenties:
Opleidingsindicatie:
HBO of Academische opleiding: gedragswetenschappen, bedrijfskunde, personeel en arbeid
Vakstudies
Voortgezette studies personeel en arbeid, cursussen gesprekstechniek, veranderkunde, conflictmanagement, vakopleidingen in de bedrijfstak, etc
Ervaring
Praktische ervaring in andere functies in het HRM werkveld resp. in andere opleidings- of begeleidingsfuncties.
Dit competentieprofiel is geconstrueerd met behulp van de bouwmaterialen en hulpbronnen van het
boek "Competent Communiceren". Dit profiel kan gemakkelijk worden aangevuld, ingekort en gewijzigd.